Boodschap van de gebiedsleiding

Gesterkt door de sabbat

slika
Ouderling Adonay S. Obando (Spanje)
Ouderling Adonay S. Obando (Spanje) Gebiedszeventiger

Jezus Christus als onze Heiland aanvaarden, wil zeggen dat we Hem leren kennen en zijn voorbeeld volgen, in de hoop dat wij zijn karakter en eigenschappen ontwikkelen. Wij geloven dat er natuurlijke gevolgen verbonden zijn aan het ontwikkelen van geloof in Hem en in zijn zoenoffer: we verlangen ons leven door bekering een andere wending te geven, onze wil en ons hart wenden zich tot de Heer, en we zijn bereid verbonden met Hem te sluiten door middel van verordeningen.  

De Heer heeft geopenbaard: ‘Allen die […] waarlijk door hun werken tonen dat zij van de Geest van Christus hebben ontvangen ter vergeving van hun zonden, zullen door de doop in zijn kerk worden ontvangen.’[i]

Na onze doop worden we als lid van de kerk bevestigd door handoplegging en door de macht en het gezag van het priesterschap. De volgende stap in onze geestelijke vooruitgang is dat we in de heilige tempel andere heilsverordeningen ontvangen. Onder normale omstandigheden worden de verordeningen van de doop, bevestiging, begiftiging en verzegeling slechts één keer voor onszelf verricht. Daarna blijven we van deze verordeningen leren doordat we ze plaatsvervangend voor overledenen verrichten.

De Heer heeft ervoor gezorgd dat wij, zijn kinderen, wekelijks en individueel kunnen deelnemen aan de verordening van het avondmaal.

Volgens het patroon dat de Heiland heeft ingesteld, moeten de leden van zijn kerk op de sabbatdag samenkomen om aan het avondmaal deel te nemen ‘ter gedachtenis van de Heer Jezus’,[1] en ‘om te vasten en te bidden en met elkaar te spreken over het welzijn van hun ziel’.[2]

In zijn oneindige wijsheid heeft Hij ons de kans gegeven om afstand te nemen van onze dagelijkse beslommeringen, zodat wij niet aan onze zorgen en problemen denken.  Doordat we de wereld achter ons laten, kunnen we ons doopverbond hernieuwen door de verordening van het avondmaal. In deze verordening belooft de Heer aan hen die eraan deelnemen, en die gewillig zijn zijn naam op zich te nemen en zijn geboden te onderhouden, dat zij ‘zijn Geest altijd bij zich mogen hebben’.[3]

Personen en gezinnen hebben er baat bij om zich elke week ijverig en nederig op het avondmaal voor te bereiden. Wij bereiden ons dagelijks op deze verordening voor door ‘alle dagen en te allen tijde in gerechtigheid’ te leven.[4] Dat kan bijvoorbeeld door de Schriften te bestuderen, en door persoonlijk en in gezinsverband te bidden. Bovendien kunnen wij onze activiteiten op zaterdag zo plannen dat we op tijd naar bed gaan en op zondag dankbaar, opgewekt en blij ontwaken. Dan zullen we monter aan het avondmaal deelnemen en naar de toespraken luisteren, en zullen wij ‘gevoed worden door het goede woord van God’.[5]  Dan zullen we groei doormaken, onze band met de Heiland verdiepen en onze kennis over Hem vergroten.

Nu wil ik benadrukken dat er belangrijke overeenkomsten zijn tussen de heiligheid van de tempel en de heiligheid van de sabbat. Voorafgaand aan ons bezoek aan de tempel beginnen we ruim van tevoren met onze voorbereiding. Wij kleden ons op een manier die getuigt van respect en eerbied voor de tempel en wat hij vertegenwoordigt. Bovendien gedragen wij ons respectvol en eerbiedig in de tempel en op het tempelterrein. We fluisteren en leren onze kinderen dat we ons op die plek uiterst respectvol dienen te gedragen. Als we de sabbat heiligen door ons tijdens de zondagse bijeenkomsten en gedurende de hele dag eerbiedig en respectvol te gedragen, ontwikkelen we de heiligheid en de goddelijkheid die we in onze hemelse Vader terugvinden. ‘Hij [rustte] op de zevende dag van al Zijn werk […]. En God zegende de zevende dag en heiligde die.’[6]

Als wij het met de kracht van het woord van God proberen, zal onze kennis van Christus toenemen. Bovendien zal ons getuigenis van de waarheid ervan niet alleen op geloof berusten, maar ook op de wonderen die we in ons leven en dat van onze familie zullen zien.



[1] LV 20:37

2 Moroni 6:6

3 Moroni 6:5

4 LV 20:77, Johannes 14:16

5 LV 59:11

6 Moroni 6:4

7 Genesis 2:2–3