De sabbat in de kerk

De sabbat in de kerk

Boodschap gebiedsleiding

RUIZ-DE-MENDOZA-Francisco_180x225.jpg

Ouderling Francisco Ruiz de Mendoza (Spanje)
Gebiedszeventiger


Sinds de toespraak van ouderling Nelson in de algemene aprilconferentie van 2015 is er opnieuw meer aandacht voor het heiligen van de sabbat. Door de sabbat te heiligen, kunnen we er meer vreugde in vinden en talrijke zegeningen ervaren die God graag over ons uitstort. Ouderling Nelson merkt op dat de sabbat een eeuwigdurend verbond is tussen de Heer en het volk van Israël (Exodus 31:13, 16) en een herinnering dat God zijn volk kan heiligen. De Heiland heeft gezegd dat Hij de Heer van de sabbat is (Lukas 6: 5) en in deze laatste dagen herinnert Hij ons er in niet mis te verstane bewoordingen aan dat we de sabbatdag heilig moeten houden (LV 68: 29).

Een noodzakelijk onderdeel van gehoorzaamheid aan dit gebod is op zondag naar de kerk gaan en aan het avondmaal deelnemen: ‘[gij] zult [...] naar het huis des gebeds gaan en uw offeranden offeren op mijn heilige dag’ (LV 59: 9). Dat is noodzakelijk om ons ‘onbesmet van de wereld’ te kunnen bewaren (LV 59: 9). Omdat de verordening van het avondmaal rond de verzoening draait, is het de kern van onze aanbidding, waardoor ‘de avondmaalsdienst de heiligste en belangrijkste bijeenkomst in de kerk’ is (ouderling Dallin H. Oaks, algemene oktoberconferentie, 2008). Voor zover we ons voorbereiden op deze verordening en deze bijeenkomst, tonen we de Heer dat we het belang van zijn verzoening begrijpen en dat we onze verbonden serieus nemen. De zegeningen die voortvloeien uit het op gepaste wijze deelnemen aan het avondmaal zijn ontelbaar en kunnen ons leven en dat van onze naasten beïnvloeden. Samenwerking met de wijkraad en de bisschap om tot een geestelijk opbouwende avondmaalsdienst te komen, maakt deel uit van onze persoonlijke inspanningen om meer zoals onze Heiland te worden en als zodanig een licht te zijn voor anderen.

Hoe kunnen we het avondmaal benutten als leermoment voor onszelf en voor de mensen om ons heen? Laten we even stilstaan bij de avondmaalsdienst zoals de Heer wil dat wij die beleven. Is dat niet een dienst waar de Geest aanwezig kan zijn en wij geestelijk genezen worden als we met God een verbond sluiten dat we ‘gewillig zijn de naam van uw Zoon op [ons] te nemen, Hem altijd indachtig te zijn, en zijn geboden te onderhouden,’ opdat ‘[wij] zijn Geest altijd bij [ons] mogen hebben’ (LV 20:77)? Zouden we niet verlangen naar een dergelijke bijeenkomst en ons erop voorbereiden tijdens de week die eraan voorafgaat? Zouden we anderen geen vergeving schenken voor wat ze ons hebben aangedaan? Zouden we geen vergiffenis vragen en naar de avondmaalsdienst komen met een boetvaardige ziel? Zouden we niet overleggen met onze gezinsleden over hoe we van de avondmaalsdienst een heilige ervaring kunnen maken? Zouden we niet staan te springen om anderen mee te brengen naar zo’n bijzondere bijeenkomst? De Heer heeft gezegd: ‘Indien iemand onder u sterk is in de Geest, laat hij dan diegene meenemen die zwak is, opdat deze in alle zachtmoedigheid zal worden opgebouwd, zodat ook hij sterk kan worden’ (LV 84:106). Is een opbouwende ervaring tijdens het avondmaal geen geweldige kans voor ons om sterk te worden zodat we anderen ook sterker kunnen maken? Zouden we niet andere mensen uitnodigen, vooral de minderactieven of zij die het evangelie nog niet aanvaard hebben, zodat ze samen met ons ‘tot Christus kunnen komen’ en ‘vervolmaakt in Hem’ worden’ (Moroni 10: 32)?

Mogen wij allen zo deelnemen aan de avondmaalsdienst dat de sabbat ‘een verlustiging’ (Jesaja 58: 13) wordt, niet alleen voor ons maar ook voor degenen voor wie wij verantwoordelijk zijn als getuigen van het werk van de Heer (LV 88: 81-82).

In de naam van Jezus Christus. Amen.