Boodschap gebiedsautoriteit
Boodschap gebiedsautoriteitOuderling Joaquim Moreira (Portugal)
Gebiedszeventiger

Onze dochter Ruth is onlangs haar zending in het zendingsgebied São Paulo-Zuid begonnen. Voordat ze naar Brazilië vertrok, gingen we als gezin naar de Madridtempel zodat ze haar begiftiging kon ontvangen. Die ervaring heeft onze familieband versterkt.
Als voorbereiding op ons tempelbezoek zochten we de namen van onze voorouders op om voor hen de heilsverordeningen te verrichten.
Hierdoor hadden we enkele unieke ervaringen. We voelden grote liefde voor ieder van onze voorouders en verlangden om ooit eeuwig met hen samen te zijn en elkaar te vertellen over onze tijd op aarde.
Tempelverordeningen zijn heilige, formele handelingen die met het gezag van het priesterschap verricht worden en die van wezenlijk belang voor onze verhoging zijn. Onze hemelse Vader vergeet zijn kinderen niet. Hij is zowel de levenden als de doden indachtig.
Deze ervaring bevestigde dat ‘wij zijn kinderen zijn. Hij houdt van ons. Hij wil met ons communiceren, en dat kunnen wij doen door oprecht tot Hem te bidden.’[i] We voelden ook de vervulling van de Schrifttekst: ‘Daarom, in de verordeningen daarvan is de macht der goddelijkheid kenbaar.’[ii]
In deze laatste bedeling zijn de verwachtingen omtrent de vestiging van Zion hooggespannen. De zegeningen en macht van het priesterschap zijn van essentieel belang bij die belangrijke gebeurtenissen.
Enkele zegeningen van het priesterschap waar de hele mensheid baat bij vindt, zijn:
De herstelling van het evangelie
De ware kennis over God, onze eeuwige Vader
Het belang van een begrip van morele keuzevrijheid
De ware kennis over God, onze eeuwige Vader
Het belang van een begrip van morele keuzevrijheid
Opdat al zijn kinderen dit te weten zullen komen, heeft de Heiland gezegd: ‘Zie, Ik zal mijn werk te zijner tijd bespoedigen.’[iii]
Om zijn werk te bespoedigen, moeten we de heilsverordeningen hier op aarde verrichten. Dankzij heilige verordeningen, zoals de doop en bevestiging, komen we meer over Gods macht en liefde te weten en voelen we zijn invloed in ons leven.
We zien de macht van het priesterschap alleen als we die in de praktijk brengen: ‘Zie, Ik zal u het priesterschap openbaren, door de hand van de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt. En hij zal in het hart der kinderen de aan de vaderen gedane beloften planten, en het hart der kinderen zal zich tot hun vaderen wenden. Indien het niet zo ware, zou de gehele aarde bij zijn komst volkomen worden verwoest.’[iv]
Naast deze belofte over de profeet Elia, staat er ook een belofte op het titelblad van het Boek van Mormon: ‘Hetgeen is bedoeld om het overblijfsel van het huis Israëls te tonen welke grote dingen de Heer voor hun vaderen heeft gedaan; en opdat […] zij zullen weten dat zij niet voor eeuwig zijn verworpen.”[v]
het Boek van MormonVanwege deze beloften heb ik mij verdiept in alles wat de Heer voor Adam, Henoch, Noach, Abraham, Isaak, Jakob en onze voorvaders gedaan heeft, zodat ik onze bedeling beter zou begrijpen en aan het heilswerk voor de levenden en de doden kan bijdragen. Zo heb ik een groot verlangen ontwikkeld om zendingswerk te doen en de verlossende heilsverordeningen voor mijn voorouders te verrichten.
Ik kan me mijn doop en bevestiging als lid van de kerk nog zeer goed herinneren. Het eerste wat mijn broer en ik deden was onderzoek naar onze voorouders doen. Toen we meer over hun prestaties en offers te weten kwamen, voelden we grote liefde voor ieder van hen. Dat was een onvergetelijke ervaring. Het geloof dat ons ertoe bracht om de archieven te bezoeken en nieuwe gegevens te zoeken, versterkte ons getuigenis van en geloof in Jezus Christus en smeedde een eeuwige familieband.
Ik ben eeuwig dankbaar dat ik weet dat de veertienjarige Joseph Smith God, de eeuwige Vader, vroeg ‘welke van alle sekten gelijk had’.[vi] Daardoor heb ik samen met mijn familieleden de zegeningen en macht van het priesterschap ervaren.
[i] Predik mijn evangelie, p. 31.
[ii] LV 84:20
[iii] LV 88:73
[iv] LV 2: 1-3
[v] Titelblad, het Boek van Mormon
[vi] Parel van grote waarde, GJS 1:18