Boodschap van de gebiedsleiding

Ouderling Hans T. Boom, Nederland
Gebiedszeventiger
Onderweg naar een districtsconferentie keek ik uit het vliegtuigraampje. Ik genoot van het uitzicht. Ik zag de wereld heel anders vanuit de lucht dan op de grond. Dat doet me denken aan de grote zegeningen die ik ontvangen heb, omdat we in deze tijd profeten op aarde hebben.
Op de grond is mijn perspectief soms wazig, maar de Heer heeft ons een manier gegeven om ons te helpen en leiden, omdat Hij een beter uitzicht heeft.
In deze tijd komen er uit alle richtingen stemmen op ons af. De hoeveelheid informatie die we op een dag te verwerken krijgen, is nog nooit zo groot geweest. Wat moeten we met al die informatie doen en hoe weten we wat echt belangrijk is?
In al die beroering is er steeds de vaste hand van de Heer die door zijn dienstknechten spreekt en ons liefdevol leidt. Hij heeft gezegd:
‘Gezegend zijt gij indien gij acht slaat op de woorden van deze twaalf die Ik uit uw midden heb gekozen om u te leren en uw dienstknecht te zijn’ (3 Nephi 12:1).
Dat is een van de grote zegeningen van de herstelling. Als we hun woorden bestuderen en toepassen, zullen ze onze Liahona zijn. Ze zullen ons vertellen waar we heen moeten gaan en wat we moeten doen om gelukkig en veilig te zijn.
Een van de boodschappen die we in deze tijd ontvangen hebben, heeft te maken met naar anderen omkijken en een vriend voor de kerk uit te nodigen. Dat brengt grote vreugde teweeg!
een vriend voor de kerk uit te nodigenWe moeten ook zelfredzamer worden en zo meer zoals onze hemelse Vader worden. Door de wet van vasten na te leven, de sabbatdag te heiligen, en te bidden, kunnen we zelfredzamer worden. Daardoor ontvangen we rijke zegeningen zoals:
zelfredzamer worden- De volheid der aarde zal de onze zijn.
- Als we roepen, zal de Heer antwoorden.
- Meer geestelijke kracht.
- Stoffelijk welzijn.
- Meer medeleven met anderen.
- Een sterker verlangen om te dienen.
(LV 59:9–20, Jesaja 58:6–11, Helaman 3:35)
Als we de uitnodiging aannemen om onze voorouders te vinden en tempelwerk voor hen te verrichten, zullen we grote zegeningen ontvangen.
onze voorouders te vindenOuderling David A. Bednar heeft deze belofte gegeven: ‘Ik nodig de jonge mensen van de kerk uit om de geest van Elia te bestuderen en die te ervaren. […] Ik beloof je dat je beschermd zult worden tegen de toenemende invloed van de tegenstander. Als je met je hart betrokken raakt bij dit heilige werk, zul je in je jeugd en je hele leven bescherming genieten.’ (Het boek, ouderling Allan F. Packer, oktober 2014.)
Door op deze drie gebieden persoonlijke doelen te stellen en ermee aan de slag te gaan, zullen we iets moois teweegbrengen.
Uit gehoor geven aan de woorden van de dienstknechten van de Heer vloeien altijd zegeningen van geluk en veiligheid voort.
Tweemaal per jaar valt ons de zegen ten deel om in de algemene april- en oktoberconferentie instructie van de dienstknechten van de Heer te ontvangen. Hun boodschappen komen ons leven ten goede en stellen ons in staat sterk en getrouw te blijven.
Ik heb geleerd om voor onze profeet en zijn raadgevers en voor de algemene autoriteiten en plaatselijke leiders van de kerk te bidden. Door voor hen te bidden, sterken we hen en stellen we onszelf open voor hun geïnspireerde boodschappen.
Ik getuig dat we door deze dingen te doen zegeningen zullen ontvangen en altijd uit vreugde in onze handen zullen klappen, net als de mensen bij de wateren van Mormon, toen zij van het doopverbond hoorden. (Zie Mosiah 18:11.)
Het is mijn verlangen en nederig gebed dat we ons altijd aan de woorden van onze profeten zullen vergasten, van de bron van levend water zullen drinken, en onze tent met de ingang naar de toren zullen opslaan, zodat we kunnen horen.