Het nakomen van verbonden beschermt ons

Het nakomen van verbonden beschermt ons

Boodschap van de gebiedsleiding

Homer_David_P_200x250.jpg

Ouderling David P. Homer, Verenigde Staten
Gebiedszeventiger


Kort na zijn aankomst in de Salt Lake Valley (Utah, VS) voorspelde Heber C. Kimball, raadgever van president Brigham Young, het volgende: ‘Er zal een grote zifting plaatsvinden en velen zullen vallen; want […] er  komt een test aan, en wie zal er standhouden?’[1]  Hoewel hij dat over lang vervlogen tijden en een verafgelegen plek zei, kunnen wij er wel iets uit leren.  Hoe kunnen we als lid van de kerk veilig zijn en de tests van deze tijd doorstaan nu de afstand tussen de leer van de kerk en die van de wereld steeds groter wordt?

In de Schriften staat dat in de verordeningen van het priesterschap ‘de macht der goddelijkheid kenbaar’[2] gemaakt wordt.  Verordeningen zijn krachtig.  Ik weet nog goed dat ik me liet dopen en vreugde voelde omdat ik lid van de kerk werd.  Maar hoe krachtig die verordening ook was, ik heb geleerd dat de verbonden die bij verordeningen horen de macht der goddelijkheid in ons leven kracht kunnen bijzetten. 

Een verbond is een heilige overeenkomst tussen God en zijn volk.  Alle heilsverordeningen van het priesterschap gaan altijd van een verbond vergezeld.  We gaan een verbond aan als we ons laten dopen en dat verbond hernieuwen we telkens als we aan het avondmaal deelnemen.  Broeders die het Melchizedeks priesterschap ontvangen, gaan de eed en het verbond van het priesterschap aan.  En aan de begiftiging en de verzegelverordening zijn ook  heilige verbonden verbonden. 

Als we onze verbonden nakomen, mijden we dingen die we niet behoren te zien of te doen.  Onze verbonden sporen ons ook aan het goede te doen, zelfs als dat niet makkelijk is.  Ouderling M. Russell Ballard heeft gezegd:

‘Soms komen we in de verleiding om ons leven meer door gemak dan door verbonden te laten besturen. Het is niet altijd gemakkelijk om de evangelienormen na te leven, pal te staan voor de waarheid en te getuigen van de herstelling. Het is meestal niet gemakkelijk om anderen over het evangelie te vertellen. Het is niet altijd gemakkelijk om een roeping in de kerk te aanvaarden, vooral niet als we ons daarvoor moeten inspannen. Gelegenheden om anderen op zinvolle wijze te helpen, waartoe we ons verbonden hebben, doen zich zelden voor op gelegen momenten. Maar we ontlenen geen geestelijke kracht aan een gemakkelijk leven. Die kracht krijgen we als we ons houden aan onze verbonden.’[3]

Het was een verbond dat koning Josia kracht gaf om zijn koninkrijk van afgoderij te zuiveren.[4]  Het was een verbond dat de lijdende heiligen in Winter Quarters (Nebraska) inspireerde om naar Iowa terug te keren en de armen op te halen die niet konden volgen.  Het was een verbond dat mijn overgrootmoeder de nodige kracht gaf om de beproevingen in haar tijd het hoofd te bieden.[5]

Bertha Marie Hansen woonde in het begin van de jaren 1880 in Denemarken waar ze in contact met de zendelingen kwam en een getuigenis van hun boodschap ontving.  Na haar doop werd ze door haar ouders verstoten en verhuisde ze met een bezwaard hart naar Kopenhagen, waar ze werkte om geld te sparen, zodat ze gehoor kon geven aan de oproep van de profeet om naar Utah te emigreren. 

Na een paar jaar had ze het bedrag bij elkaar gespaard.  Ze vertrok met hoge verwachtingen naar Utah in de hoop er met vrienden herenigd te worden.  Maar ze was er alleen en kende de taal niet.  Het zou makkelijk geweest zijn om ontgoocheld te raken, maar dat deed ze niet.  In plaats daarvan klampte ze zich vast aan haar verbond en gaf gehoor aan de oproep van de profeet om naar Zion te komen en ze bleef volharden.  Ik ben haar eeuwig dankbaar dat ze getrouw is gebleven, want daarmee heeft ze onze familie een erfgoed van geloof nagelaten dat ons nog steeds tot zegen is.

President Kimball had gelijk.  De afstand tussen de leer van de kerk en die van de wereld is een test die het ons als lid van de kerk moeilijk kan maken om ons tegen het kwaad van deze tijd te beschermen.  Maar onze hemelse Vader laat ons niet aan ons lot over.  Hij heeft ons verordeningen en geboden gegeven die ons, als we ze indachtig zijn, beschermen en ons steun bieden als we met beproevingen te maken krijgen. 

 


[1] Geciteerd door ouderling Edward Stevenson in Life of Heber C. Kimball, Bookcraft, Salt Lake City, Utah, p. 446.
[2] Zie Leer en Verbonden 84:20.
[3] Ouderling M. Russell Ballard, ‘Als een onuitblusbare vlam’, De Ster, juli 1999.
[4] Zie 2 Koningen 22:1–13; 2 Koningen 23:1–3; 2 Kronieken 34:1–2, 8, 14–21, 29–33.
[5] The Young Family, Dorothy Marie Young Folk, p. 293.