Om een vriend tot Hem te brengen

Om een vriend tot Hem te brengen

Boodschap van de gebiedsleiding

Elder_Herbertson_200x250.jpg

Ouderling Clifford T. Herbertson, gebiedszeventiger Groot-Brittannië

De coördinerende raad van het zendingsgebied Londen-Zuid (een vergadering waarin de ringpresidenten, zendingspresident en gebiedszeventiger overleg plegen) wordt traditioneel gestart met een fotopresentatie van alle leden die zich in de voorgaande drie maanden hebben laten dopen.  Vaak staan de pasgedoopte leden in het wit op die foto’s, vergezeld van familieleden, zendelingen en de persoon die ze gedoopt heeft.

In een recente raad ontroerde één foto me in het bijzonder.  Op die foto stond mijn goede vriend Clive in het wit, met zijn arm om een bekeerling heen. Ik weet nog dat er ongeveer twintig jaar geleden van ons een vergelijkbare foto is genomen.

In 1998 hadden een aantal gebeurtenissen bij Clive een geestelijke honger opgewekt. Hij had van een collega een exemplaar van het Boek van Mormon gekregen. Hij besloot naar het kerkgebouw van de wijk Slough te fietsen en er de diensten bij te wonen. Hij ging naar binnen, erop gespitst nieuwe dingen te leren.  Ik begroette Clive als bisschop en was blij om te horen dat hij meer over de kerk wilde weten.  De zendelingen wilden zich maar wat graag over hun nieuwe vriend ontfermen. Na enkele moeilijke beslissingen en grote veranderingen liet Clive zich een aantal weken later dopen, waarna zijn reis van geloof en toewijding als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen begon.

Jaren later, toen Clive in een andere wijk en ring woonde, sprak hij met een collega over de kerk. Na een aantal gesprekken gaf hij zijn vriend vanwege een duidelijke ingeving een exemplaar van het Boek van Mormon waarin hij zijn getuigenis geschreven had.

Enige tijd later volgde Clive in de kerk een presentatie over de drie onderdelen van het gebiedsplan: ‘Een vriend meenemen’, ‘Geestelijk en stoffelijk zelfredzaam worden’ en ‘Een voorouder vinden’.  Toen hij daar zo zat, moest hij denken aan de vriend aan wie hij een boek-van-mormon gegeven had. Hij keek zijn vrouw aan en zei: ‘Ik heb een vriend die ik voor de kerk kan uitnodigen.’ 

Clive handelde naar die inspiratie en belde zijn vriend op. Hij nodigde hem voor de kerk uit en zei dat hij op de parkeerplaats op hem zou wachten. Op zondag was de vriend aanwezig. Hij genoot van de diensten en voelde zich erg welkom. Hij werd aan de voltijdzendelingen voorgesteld, die hem de zendelingenlessen gaven.  Kunt u zich Clives vreugde inbeelden toen zijn vriend hem een aantal weken later vroeg om hem te dopen? Hij nam die uitnodiging met veel plezier aan!

Dat was de foto die mij die dag zo ontroerde.

Jezus heeft gezegd: ‘En al ware het zo dat u al uw dagen arbeidde om dit volk bekering toe te roepen, en slechts één ziel tot Mij bracht, hoe groot zal dan uw vreugde met hem zijn in het koninkrijk van mijn Vader!’[1]

Clive voelde die vreugde omdat hij de aansporing van ons gebiedspresidium opvolgde en zijn vriend voor de kerk uitnodigde.  Hoewel hij voorheen vaak over het evangelie verteld had en hem een exemplaar van het Boek van Mormon gegeven had — geweldige dingen om te doen — kwam de echte vreugde pas toen hij de ingeving van de Geest opvolgde en hem voor de kerk uitnodigde. Die uitnodiging was erg belangrijk en noodzakelijk. Anders was zijn vriend misschien nooit naar de kerk gegaan en had hij zich nooit tot het evangelie van Jezus Christus bekeerd.

Ik ben ervan overtuigd dat we de geïnspireerde uitnodiging aan ons allen, ‘Om een vriend tot Hem te brengen’, kunnen aannemen en toepassen.  Clives voorbeeld is één van de vele voorbeelden die getuigen van de vreugde die we krijgen als we mensen uitnodigen. Ik heb zulke voorbeelden gezien en zelf ervaren.

Laten we inspiratie nastreven om te weten welke uitnodigingen we onze vrienden kunnen geven. En mogen we het geloof en de toewijding hebben om een stap verder te gaan en mensen uit te nodigen, zodat we diezelfde vreugde mogen voelen.

 


[1] Leer en Verbonden 18:15