
Soms hebben we fijne ervaringen waarbij we ons onoverwinnelijk voelen. Die staan in schril contrast met minder leuke momenten die we allemaal meemaken. Na een mooie ervaring waarbij ik vergeving ontvang, of als mijn dierbaren goede keuzes maken, of als ik een geweldige toespraak of les hoor die me raakt, voel ik me fantastisch!
Onlangs dacht ik over een van die momenten na. Ik probeerde de ervaring in woorden te vatten en zei dat het voelde alsof ik vanbinnen ‘verlicht’ werd. Ik kreeg meer helderheid en licht en was positiever ingesteld. Ik wist dat mijn problemen niet zouden verdwijnen, maar ik had meer energie om ze het hoofd te bieden. Zelfs in tijden van beproeving voelde ik mij bemoedigd en vreugdevol in mijn alledaagse leven.
Toen men mij vroeg om dit artikel te schrijven, moest ik aan deze woorden van de Heiland aan de Nephieten denken: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, Ik draag u op het licht van dit volk te zijn.’[1]
Ik verbond de twee gedachten met elkaar. Ik werd echt door de vreugde van het evangelie – een tedere zegening van God – verlicht. Daarna voelde ik de verplichting er niet alleen van te genieten, maar dat licht ook met de mensen om me heen te delen. De Heiland zei verder: ‘Een stad die bovenop een berg ligt, kan niet verborgen blijven. […] Steken de mensen een kaars aan en zetten ze die onder een korenmaat? Neen, integendeel, op een standaard, en zij geeft licht aan allen die in het huis zijn; laat dan uw licht voor dit volk zo schijnen dat zij uw goede werken kunnen zien en uw Vader die in de hemel is, verheerlijken.’[2]
Ik besef dat de vreugde die ik van de hemel krijg niet alleen een zegening voor mezelf, maar ook voor anderen behoort te zijn. Ik moet ze de vreugde laten zien die ik gekregen heb en de goede dingen waartoe die me aanzet.
Is er een betere manier om het evangelie te verkondigen dan bij onze naleving ervan zichtbaar gelukkig te zijn? Het lijkt de ideale aanvulling van het ‘grote plan van geluk’[3] dat we het evangelie het doeltreffendst verkondigen door zelf gelukkig te zijn. En als we ons deel in deze grote laatste vergadering willen doen, is er volgens mij geen betere manier dan door op de wijze van de Heer vreugde na te streven. Dat lijkt me het soort zendingswerk waartoe we allemaal bereid zouden moeten zijn.
Als we de tijd nemen om te beseffen dat we gelukkig zijn, dat ons geluk een gave van God is, en dat we dat geluk alleen ontvangen als we het plan van onze hemelse Vader volgen, dan zijn we om de juiste redenen ‘een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte’.[4]
De apostel Petrus verwoordt het anders. Hij geeft ons deze geïnspireerde suggestie: ‘Heilig God, de Heere, in uw hart; en wees altijd bereid tot verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is.’[5]
De vreugde van het evangelie geeft me hoop in tijden van beproeving. Het zou niet verstandig zijn om te doen alsof mijn beproevingen niet bestaan. Maar ik kan me concentreren op de vreugdevolle momenten die ik meemaak en voorkomen dat de korenmaten van het leven, mijn beproevingen,
ze voor mij en anderen verbergen. Ik kan het licht van die vreugde laten verlichten wat ik en de mensen om me heen zien.
[1] 3 Nephi 12:14
[2] 3 Nephi 12:14–16
[3] Alma 42:8
[4] 1 Petrus 2:9
[5] 1 Petrus 3:15