Vastengaven: een teken van medelijden

Vastengaven: een teken van medelijden

Boodschap van de gebiedsleiding

Obando_Adonay_S_200x250.jpg

Ouderling Adonay S. Obando (Spanje)
Gebiedszeventiger


De apostel Paulus heeft verklaard dat de hele wet draait om één woord: Gij zult liefhebben.1 Paulus leert ons verder dat ware liefde uit een rein hart en uit ongeveinsd geloof voortvloeit.2  In ons geloof vinden we het bereiken van zowel geestelijke als stoffelijke zelfredzaamheid belangrijk.  Zelfredzaamheid is altijd een van de prioriteiten geweest die ons als heiligen in deze bedeling worden bijgebracht.  Maar de weg naar zelfredzaamheid kan lang zijn en we kunnen onderweg last krijgen van onderbrekingen, ziekten, financiële rampen, persoonlijke en andere beslissingen die ons kunnen ophouden onderweg naar stoffelijke zelfredzaamheid, wat een aspect van zelfredzaamheid is.   Het andere aspect is geestelijke zelfredzaamheid.  Maar beiden zijn onafscheidelijke kanten van dezelfde medaille:  volledige zelfredzaamheid.3 

liefhebben

We moeten geen tijd verspillen aan het beoordelen van de reden voor de pech die onze broeders en zusters in hun tijden van nood ondervinden, maar moeten ons door ware liefde laten aanzetten tot medelijden, wat volgens de Gids bij de Schriften betekent: ‘met een ander mee lijden’.4  De Heiland ‘is met innerlijke barmhartigheid bezield en vol ontferming jegens de mensenkinderen’5 en is voor ons het volmaakte voorbeeld van medelijden en naastenliefde.  Telkens als de Heer in aanraking kwam met iemand die ontberingen of moeilijkheden doormaakte, vroeg Hij zich niet af hoe dat kwam, en veroordeelde Hij de verkeerde beslissingen van die mensen niet.  Met zijn volmaakte naastenliefde had Hij medelijden met ieder en zegende Hij hen onmiddellijk met genezing van hun kwaal of voorzag Hij in hun behoefte. 

Net als de weduwe6 die niet veel te geven had, maar toch een gave schonk, heeft ieder lid van de kerk het fantastische voorrecht om de goddelijke gave van medelijden te gebruiken door vasten- en offergaven te schenken.  Heiligen der laatste dagen uit alle lagen van de bevolking7 en van alle inkomensniveaus vasten eens per maand om hun geestelijke zelfredzaamheid te vergroten en behoeftige mensen te helpen om zelfredzamer te worden, door vastengaven te betalen.

De Heer heeft zijn volk Zion genoemd8 omdat ze aan drie vereisten voor deugdzaamheid voldeden:  zij waren één van hart, leefden in rechtvaardigheid, en er waren geen armen onder hen.  Het is niet toevallig dat Zion ‘de reinen van hart’ betekent.9  Nogmaals tonen de Schriften aan dat reinheid van hart tot medelijden en genade leidt, wat naastenliefde schept.  Het volk van Henoch begreep het gebod ‘heb uw naaste lief als uzelf’,10 waardoor ze medelijden hadden en meeleden met alle broeders en zusters die minder fortuinlijk waren dan zijzelf en ze zo goed samenwerkten in de hulpverlening aan de armen en behoeftigen dat er geen armen meer onder hen waren. 

In een wereld die zich in toenemende mate van de leringen van de Heiland afwendt, vinden veel van onze broeders en zusters en anderen met beperkte mogelijkheden het moeilijk om onder moeilijke omstandigheden tot volle groei te komen.  Door medelijden te hebben, kunnen we ons geloof vergroten.  Ons geloof in Jezus Christus en zijn evangelie is  voldoende om medelijden en liefde voor mensen in nood op te vatten.  In de hoop op een betere wereld kunnen we met een hart vol liefde en medelijden voor onze broeders en zusters een gulle vastengave geven.

Als we in het dagelijks leven een dankbare houding aannemen, zullen we ons er bewust van zijn dat er altijd mensen zijn met grotere behoeften dan wijzelf.  Dan zijn we net als de weduwe die het zelfs met haar uiterst schamele middelen een heilig voorrecht vond om een bijdrage aan de armen en behoeftigen te geven.

We kunnen er een gewoonte van maken om te vasten en vastengaven te betalen, en de leden van ons gezin en onze unit dit ook te leren.  Bent u hier getrouw in, dan zal dit u als discipel van Christus verlichting brengen,11 zal de Heiland uw Leidsman zijn en zal zijn volk als een onuitputtelijke bron zijn.12  Maar boven alles zullen wij dan voor de armen en de behoeftigen zorgen, die ook allemaal kinderen van dezelfde Vader zijn. Dan worden wij allen geschraagd door zijn liefde en behouden we vergeving van onze zonden.13

Noten

Noten

1. Galaten 5:14

2. 1 Timoteüs 1:5

3. Dieter F. Uchtdorf, ‘Op ’s Heren eigen wijze’, november 2011

4. Gids bij de Schriften: Medelijden

5. Mosiah 15:9

6. Markus 12:41–44

7. Deuteronomium 16:17

8. Mozes 7:18

9. Leer en Verbonden 97:21

10. Mattheüs 22:39

11. Jesaja 58

12. Jesaja 58

13. Mosiah 4:26