Ringconferentie Apeldoorn 3 en 4 Februari 2018

Elder Leimer

Ieder jaar komt een Algemene Autoriteit of een Gebiedszeventiger naar de ringconferentie om namens het Gebiedspresidium speciale instructie te geven. Ditmaal werd de ring Apeldoorn bezocht door Ouderling Axel H. Leimer, lid van het 3e Quorum van Zeventig.

Op de zaterdagavond-bijeenkomst vertelde Zr. Estrella Brandenburg (2e raadgeefster in het ring-ZHV presidium) dat als wij anderen tot zegen zijn wij zelf ook worden versterkt. ‘Wanneer wij ons meer richten op het dienen van onze naaste dan krijgen wij een beter begrip van onze hemelse Vader. Ik heb dit het afgelopen jaar ervaren toen ik zelf met uitdagingen kampte’. Ze vertelt het verhaal van Amy uit één van de Liahona’s in 2017. Ze heeft kanker en moet een chemo behandeling ondergaan waardoor ze regelmatig ziek is. Ondanks haar eigen situatie is ze dienstbaar naar anderen. Zr. Brandenburg gaf aan dat het niet altijd groots hoeft te zijn wat we doen want ook kleine activiteiten kunnen grote resultaten voortbrengen. Wij moeten beseffen dat onze hemelse Vader weet wat wij nodig hebben en wat wij aankunnen.

Zr. Iris Hendriks is een nieuw lid van de wijk Zwolle. Zij vertelde een indrukwekkend verhaal over haar bekering en de zoektocht die begon na haar huwelijk met een lid van de kerk. Wij hebben van Zr. Hendriks het bekeringsverhaal, zoals zij dit heeft geschreven, ontvangen en zullen dit in de Liahona en on-line plaatsen.

Ouderling Axel Leimer citeerde de teksten uit Matteüs 5: 15 en 16:


“Gij zijt het licht der wereld. Een stad, die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Ook steekt men geen lamp aan en zet haar onder een korenmaat, maar op de standaard en zij schijnt voor allen…… Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien”.


‘Toen ik net lid van de kerk was vond ik deze schrifttekst verwarrend want we leerden ook: Laat je rechterhand niet weten wat je linkerhand doet. Waarom moeten we dan de mensen onze goede werken laten zien? Later vond ik in een andere schriftuurplaats: “Zie, Ik ben het licht”- het licht wat wij omhoog moeten houden. Daarom dragen de zendelingen dat speciale licht in hun ogen, wat het licht van Christus is wat zij uitdragen. Als mensen dichter tot de Heiland komen ondergaan ze ook een verandering die zichtbaar is aan de buitenkant.

In de tuin van Getsemane leed Christus voor de zonden van de hele wereld. Hij voelde alles, leed onze pijnen, heeft onze lasten en angsten gedragen. Hij heeft letterlijk in onze schoenen gelopen. Mijn schoonvader kreeg op 30-jarige leeftijd een spierziekte en kon uiteindelijk alleen nog maar zijn hoofd en handen bewegen. Toch vroeg de OQ-president iedere week: Wie gaat er deze week naar Br. Birth? Dan werd hem het avondmaal gebracht en de les van het OQ  besproken. En zo bleef hij bij de kerk betrokken. We mogen niemand van de lijst schrappen. Het evangelie delen is mededogen hebben. De Heer wil dat iedereen erbij betrokken is’. Het woord ‘volharden’ lijkt passief en wachten op het einde maar in 2 Nephi 31:16 zegt de Heer: “En nu, mijn geliefde broeders, hierdoor weet ik dat, tenzij een mens tot het einde volhardt in het volgen van het voorbeeld van de Zoon van de levende God…”

In iedere situatie kunnen we onszelf afvragen: Wat zou Jezus doen? Hij zegt tegen ons: “Welnu, indien gij voorwaarts streeft, u vergastend aan het woord van Christus, en tot het einde toe volhardt, zie, zo zegt de Vader: Gij zult het eeuwige leven hebben” (2 Nephi 31: 20) en Hij belooft ons: “En nu, zie, wie van mijn kerk is en in mijn kerk volhardt tot het einde, die zal Ik op mijn rots vestigen, en de poorten der hel zullen hen niet overweldigen” (L&V 10:69).

‘Als er namen van personen bij u binnenkomen, maak hier dan een notitie van. Handel hiernaar. U weet nooit hoe Hemelse Vader hiermee zal helpen. Het is belangrijk dat we niemand in onze wijk vergeten, ook niet degenen, die om welke fysieke of mentale reden niet meer in de kerk komen. Mijn grootste les van dankbaarheid heb ik van mijn schoonvader geleerd. In de 30 jaar dat hij de spierziekte had, kon hij gedurende 25 jaar alleen zijn hoofd en handen bewegen. Toch was hij actief betrokken bij zijn gezin en de kerk’.

President Hulleman

Op zondag sprak President Hulleman (ringpresident) over Jacob 5, de gelijkenis van de wijngaard met olijfbomen. ‘De Meester zorgt goed voor zijn olijfbomen. In de ring Apeldoorn hebben we hele goede wortels. Dit zijn de leden die al vele jaren offers brengen en de basis vormen van een fundament voor het geloof. Ik sprak laatst met een oude vriend, een bekeerling, over zijn jeugd. Hij was verbaasd te horen dat onze jeugd in de kerk het evangelie vaak een belasting vindt. Wij moeten niet de dingen doen omdat we het moeten doen. Maar we moeten wel het doel vinden wat het inhoud om te dienen in de kerk, naar de tempel te gaan, of zelfs tiende te betalen.

Als je dit vindt kan de gang naar de kerk een gang van vreugde worden want je ontvangt een dieper begrip. Het evangelie is véél meer dan regeltjes. Het geeft ons een doel om te veranderen. We hebben allemaal wel een keer in ons leven ervaren dat God heel veel van ons houdt en dat dit leven een hoger doel heeft. De begrenzingen die wij onszelf opleggen, legt God ons niet op. Ik doe nogmaals een oproep om op zoek te gaan naar dat gevoel door dagelijks in de schriften te lezen, door dagelijks gebed of naar speciale muziek te luisteren’.

Kiyomi Cornish vertelde over wat in het evangelie haar positief houdt. ‘Ik ging altijd met mijn ouders naar de kerk omdat het van hen werd verlangd. Rond mijn 14e jaar begon ik te twijfelen. Eigenlijk wilde ik helemaal niet naar het EFY (Especially For Youth)-kamp maar ik ben toch gegaan. We werkten daar veel in groepjes. Tijdens schriftstudie kwam ik een tekst tegen in Alma waarin staat: “Hoewel de herder steeds roept … luistert gij niet”. Ik merkte dat ik mijzelf steeds meer afsloot voor het evangelie. Tijdens het kamp heb ik toen besloten om me open te stellen. Ik heb daarna ook heel veel gevoeld want de geest was zo sterk. In die week heb ik vele getuigenissen mogen ontvangen. Nu weet ik dat Christus leeft en voor mij gestorven is.  Ik weet ook dat mijn getuigenis versterkt is door naar activiteiten en kampen te gaan, door mijn vrienden in de kerk en door mijn patriarchale zegen’.

Br. Carlo Bos (lid van de hoge raad) zei dat het belangrijk dat wij onszelf zien als een kind van God. ‘Hoe diep zit het bij u voordat u zich dagelijks kunt zien als kind van God?
Mijn schoonvader br. Noot is in Zaïre op zending geweest. In die tijd was het traditie dat als stam x aan de macht was ook alle functies werden ingevuld door stam x. In de kerk wordt dit onderscheid niet gemaakt en broeders kwamen naar hem toe met de vraag hoe dit kan. Hij heeft toen uitgelegd dat we allemaal lid zijn van ‘de stam van hemelse Vader’. Toen hij klaar was met zijn zending en weer naar huis ging bedankten ze hem en zeiden:  U hebt ons geleerd wie we echt zijn.

Het ontwikkelen van Goddelijke eigenschappen leren we met vallen en opstaan. Het is belangrijk dat we zelf geloven dat we een dochter of zoon van hemelse Vader zijn.                  In Mozes 1 spreekt God met Mozes en begint de zin vaak met: “Mozes mijn zoon …” Maar als satan met Mozes spreekt zegt hij: “Mozes, zoon des mensen …” We hebben geen controle over wat anderen van ons denken of over ons zeggen. Wel hebben we met behulp van God controle hoe we over onszelf denken’.

Ouderling Axel H. Leimer (gebiedszeventiger) gaf aan dat ringconferenties altijd fijn zijn om elkaar weer te ontmoeten en op te bouwen. Degene die werkzaam zijn in kleinere units, raken vaak de visie van het grotere geheel kwijt. Conferenties zijn ook tijden om vragen te stellen waarop je antwoorden wilt ontvangen. Stel deze vragen, vóór de conferentie, met een gebed in uw hart. We kunnen allemaal dezelfde schriftteksten lezen, maar God kan een ieder van ons andere antwoorden geven, iets wat u of ik persoonlijk nodig hebben.
‘Jaren geleden was ik bij een zendingsconferentie waar ook Elder Russell M. Ballard aanwezig was. De vraag die toen gesteld werd was: Hoe kunnen we de vragen van onderzoekers op een juiste manier beantwoorden? Elder Ballard zei toen dat we moeten zorgen dat ze de schriften bestuderen en onderzoeken. Het is niet erg als de juiste plaats in de schriftuur niet meteen wordt gevonden. Open gewoon je schriften en begin te lezen. In plaats van de juiste antwoorden te geven moet je samen met onderzoekers in de schriften gaan zoeken. Als ze zelf geen schriften hebben, geef ze cadeau of laat de zendelingen ze langs brengen. Als we jaren later nogmaals een bepaalde schriftuur teruglezen, zien we dat we gegroeid zijn. Ik heb zelf ervaren dat ik dan eigenlijk nog niets weet. Gelukkig kunnen we weer opnieuw op onderzoek uit gaan, een nieuwe weg inslaan en andere inzichten ontvangen.

In Mozes 1:39 lezen we de relatie die Hemelse Vader met ons heeft: 


“Want zie, dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen”.


Maar als dit Gods werk is, wat is dan ons werk? Dit kunnen we lezen in LV 11:20 waarin staat: “Zie, dit is uw werk: mijn geboden te onderhouden, ja, met geheel uw macht, verstand en kracht”. Wij moeten dus de geboden onderhouden, zodat hemelse Vader Zijn werk kan doen. President Nelson zou zeggen: Blijf op het pad van verbonden, bekering, doop, gave van de Heilige Geest, tempelverordeningen en volharden tot het einde.

Wellicht vragen wij ons af hoe kunnen we terugkeren naar Hemelse Vader ondanks onze imperfectie? Dit kan door het zoenoffer. Door het zoenoffer heeft Jezus Christus de macht én de kracht om ons te redden. We hebben allemaal onze celestiale momenten, de momenten waarop alles verloopt zoals u gehoopt had. Bijvoorbeeld bij uw tempelhuwelijk, op een gezinsavond waar alles verloopt zoals u bedoeld had of toen u uw pasgeboren baby in uw handen hield. Maar stelt u zich eens voor dat Christus eens voor u staat en u omarmt zoals Hij de Nephieten omarmde toen Hij bij hen kwam. Dat zou een celestiaal moment zijn als Hij ons voorstelt aan hemelse Vader. En wellicht zoiets zegt als: Dit is mijn broer, mijn zus. Wat er ook allemaal gebeurd is, wij hebben het samen opgelost.

De woorden die Christus voor ons gebruikt bij de Vader zijn te lezen in L&V 45:3-5 waarin hij zegt: “Luister naar Hem die de voorspraak bij de Vader is, die uw zaak bij Hem bepleit – zeggende: Vader, zie het lijden en de dood van Hem die geen zonde heeft begaan, in wie Gij welbehagen hadt; zie het bloed van uw Zoon dat vergoten is, het bloed van Hem die Gij gegeven hebt, opdat Gij zelf verheerlijkt zoudt worden; daarom, Vader, spaar dezen, mijn broeders die in mijn naam geloven, opdat zij tot Mij kunnen komen en het eeuwigdurend leven hebben.”