In een samenleving die de goddelijke zending van Jezus Christus uit het oog verliest, is het van steeds kritieker belang om manieren te vinden waarop we een inniger band met de Heer kunnen krijgen en een gelukkiger en voldoeninggevender leven leiden.
Aan de ene kant hebben veel kerkleden er lang geleden voor gekozen om Hem te volgen, en zij houden hun geloof ondanks de moeilijkheden van het leven in stand. Maar aan de andere kant vinden anderen het nog moeilijk om een ware geestelijke band met de Heiland te krijgen, en vinden zij de moeilijkheden van het leven overstelpend.
Uit onderzoek blijkt dat er tegenwoordig in het algemeen een daling is van het aantal mensen dat interesse in godsdienst heeft. Meer dan ooit lijkt de opkomende generatie te worstelen met het ontdekken van hun rol, identiteit en geluk in een georganiseerde godsdienst. Dit geldt ook voor veel van onze kinderen en jongeren in de herstelde kerk. Zij bereiken in hun persoonlijke groei een punt waarop ze zullen moeten beslissen of ze ‘naar eigen believen [gaan] handelen’ of met zich zullen ‘laten handelen’ door de sterke winden en invloeden van de wereld.1
De kerk heeft het nieuwe programma ‘Kinderen en jongeren’ geïntroduceerd om ze een gerichtere manier te bieden waarop ze een band met de Heiland kunnen krijgen.
Dit initiatief voorziet in de behoeften van alle jongeren in de kerk, maar het is aan te passen voor leden en gezinnen overal, en er is geen ‘enig juiste manier’ om het te gebruiken.
Omdat de culturen en omstandigheden over de hele wereld en in ons gebied zo verschillen, is het meer op beginselen gebaseerd dan een standaardprogramma.
Het doel is altijd hetzelfde: elk individu, inclusief kinderen en jongeren, te helpen om vooruitgang te maken op het verbondspad, en de moeilijkheden van het leven tegemoet te treden met een sterker geloof in Jezus Christus, door de macht van zijn verzoening.
President Nelson heeft gezegd: ‘Je zult zelf naar persoonlijke openbaring moeten streven. Je zult zelf moeten bepalen hoe je daarnaar gaat handelen. Soms zal de Geest je [ertoe] aanzetten om iets moeilijks te doen. Maar ik denk dat jullie het aankunnen. Jullie kúnnen moeilijke dingen doen.’ 2
Ik moedig alle ouders, jongeren en leidinggevenden in het gebied Europa aan om dit als een kans te benaderen, en niet als een programma. En om ernaar te streven door persoonlijke openbaring te weten te komen hoe ze het nieuwe programma Kinderen en jongeren kunnen toepassen. Die eensgezinde inzet zal ons allen goddelijke zegeningen geven als wij alles weer in Christus bijeenbrengen. 3
Daarom wil ik u drie aanmoedigingen geven, één voor elke rol die leden in dit heilige initiatief hebben:
Ten eerste moedig ik alle ouders van de opkomende generatie van de Heer aan om dit goddelijke initiatief als een kans te beschouwen om hun kinderen tot zegen te zijn, door ze met liefde en oprechte zorg te helpen om al vroeg in hun leven de Heiland te vinden. Uw liefdevolle zorg zal hun hart beroeren, zodat ze de Heiland willen vinden. Het is van essentieel belang om ze het goede voorbeeld te geven en ze op de Heer te wijzen, want dan zullen ze Hem horen en Hem uiteindelijk vinden.
Ten tweede moedig ik alle leidinggevenden aan om dit goddelijke initiatief als een kans te beschouwen om de jongeren te dienen die de Heer geestelijk aan u heeft toevertrouwd. Als u ze in uw roeping dient, helpt u ze om erachter te komen hoe ze hun Heiland kunnen vinden. Met uw kennis en vriendelijke benadering, en doordat u van belangrijke evangeliebeginselen getuigt, kunt u ze laten zien hoe ze Hem kunnen vinden.
Ten derde moedig ik alle jongeren in het gebied Europa aan om dit goddelijke initiatief als een kans te beschouwen om te groeien in je zoektocht naar de Heiland.
Beste jongeren, ik getuig dat als je echt de Heiland wilt vinden, Hij jóu zal vinden als je de raad van je ouders en je leidinggevenden in de kerk opvolgt om de goede beginselen in dit programma toe te passen.
Als je goede doelen stelt voor je geestelijke, sociale, verstandelijke en lichamelijke ontwikkeling, dan zul je net als Jezus Christus in je jeugd groeien. En door in zijn voetspoor te treden, zul je steeds meer op Hem gaan lijken, totdat je Hem vindt.
Moge de Heer onze eensgezinde inzet zegenen om onze jongeren te helpen de Heiland te vinden en een gelukkiger leven te leiden.
- – LV 58:28, 2 Nephi 2:14, 16, 24
- – Introductievideo Kinderen en jongeren [uitgezonden op 29 september 2019]
- – Efeze 1:10