Het evangelie van hoop

Boodschap van de gebiedsleiding

Ouderling Markus Zarse
Ouderling Markus Zarse Gebiedszeventiger

Eind september 2019 kwam mijn vader ten val en brak zijn dijbeen. In het ziekenhuis stelden ze een verkeerde diagnose. Ze schreven een behandeling voor die zijn genezing niet ten goede kwam. We waren bang dat hij het niet zou overleven. Daar ik zelf arts ben, liet ik mijn vader overbrengen naar het ziekenhuis waar ik werk, want ik wilde niets liever dan dat hij genas. Mijn meelevende collega’s opereerden hem en boden hem alle mogelijke hulp, maar de gezondheid van mijn vader ging niet echt vooruit. Half november vertelde mijn moeder mij over een gesprek dat zij met mijn vader had gehad. Ze zei toen tegen hem: ‘Je zult het wel moeilijk vinden om het bed te moeten houden.’ – ‘Ja!’ – ‘Je was altijd zo druk met je werk in de tempel.’ – ‘Ja!’ – ‘Je hoeft voor mij niet te blijven. Zou je willen gaan?’ Zijn hele wezen leek te stralen en hij zei: ‘Ja!’ Daarna nam hij mijn moeders hand in zijn hand en sprak: ‘Waar we ook zijn, we horen voor eeuwig bij elkaar!’[i]

Ik ben zo dankbaar voor de hoop die mijn vader had. Hij heeft zijn aardse vader nooit gekend. Toen dus de zendelingen hem vertelden dat hij een hemelse Vader en een Verlosser had, die zielsveel van hem hielden, werd deze nieuwe kennis het lichtbaken in zijn leven. Ik ben net zo dankbaar voor de hoop van mijn moeder. De band die zij met haar hemelse Vader heeft, en de kennis die zij heeft over de eeuwige aard van het gezin, zijn diep in haar hart genesteld. Zij beiden ‘hopen op een betere wereld, ja, zelfs een plaats aan de rechterhand van God’.[ii] Beiden waren zich bewust van hun zwakke plekken en gebreken. En toch verminderde dat niet hun hoop en vertrouwen in de barmhartigheid en goedertierenheid van onze Verlosser. De profeet Ether wist hoe belangrijk hoop is om tot bekering te komen. Vandaar dat hij vlak vóór de vernietiging van de Jaredieten schreef dat ‘hoop voortvloeit uit geloof en een anker vormt voor de ziel van de mensen, dat hen zeker en standvastig maakt, te allen tijde overvloedig in goede werken, en hen ertoe leidt God te verheerlijken’. Ether schreef dit omdat de mensen in zijn tijd dat niet geloofden.[iii] Hebben onze kinderen, jongeren en jonge alleenstaanden dit geloof, zodat zij de troon van God in vertrouwen kunnen naderen?[iv] Dit geloof heeft niets te maken met het gezegde, ‘Zolang er leven is, is er hoop’, want dat strookt niet met de werkelijkheid. Nee, het is de goddelijke macht die ons terug naar God brengt. Satan weet dit ook. Daarom begint hij daar met zijn ondermijning van ons ‘jeugdbataljon van de Heer’, onze ‘Hoop van Israël’. Ouderling Klebingat heeft gezegd: ‘[Satan] zal naar de toegang tot uw hart zoeken om u leugens te vertellen, bijvoorbeeld dat onze hemelse Vader teleurgesteld in u is, dat de verzoening buiten uw bereik is, dat proberen geen zin heeft, dat anderen beter zijn dan u, dat u onwaardig bent en tientallen variaties op datzelfde slechte thema.’ President Russell M. Nelson heeft ons gewaarschuwd dat deze aanvallen sterk zullen toenemen.[v] Maar de Heer beschermt ons door zijn hedendaagse profeten inspiratie te geven. Alle veranderingen in de kerk, en het nieuwe programma voor kinderen en jongeren, zijn bedoeld om ons en onze jongeren goddelijke hoop te geven – dat Jezus naast ons zal lopen en ons zal helpen moeilijkheden te overwinnen.[vi] Nu de paastijd voor ons ligt, vraag ik u tot uw kinderen te blijven getuigen van de onveranderlijke liefde die onze Heiland voor u heeft. Hij wil maar al te graag mild zijn, vooral voor hen die ver zijn afgedwaald en die het niet verwachten.[vii] Ook ik heb die onwrikbare hoop dat onze Vader in de hemel ons op zekere dag met open armen zal verwelkomen, omdat Hij goedertierenheid, barmhartigheid en liefde is. In de naam van Jezus Christus. Amen.

 


[i] Persoonlijke communicatie

[ii] Ether 12:4

[iii] Ether 12:4

[iv] Jörg Klebingat, ‘De troon van God in vertrouwen benaderen’, Liahona, november 2014, 36–37.

[v] Russell M. Nelson, ‘Openingswoord’, Liahona, november 2018, 7.

[vi] Face-to-facegesprek met ouderling Gerrit W. Gong, 17 november 2019.

[vii] Jeffrey R. Holland, ‘De arbeiders in de wijngaard’, Liahona, mei 2012, 32–33.