Boodschap van de gebiedsleiding

Al Gods kinderen liefhebben

Wanneer we al Gods kinderen liefhebben, ongeacht hun achtergrond, hebben wij de belofte dat de Geest van de Heer in ons blijft.

Soms lijkt het moeilijk al Gods kinderen lief te hebben, vooral nu de wereldsituatie aan het veranderen is.  In onze samenleving krijgen we met nieuwe mensen en nieuwe culturen te maken.  De meeste van hen zijn op zoek naar een betere en veiligere plek.  Volksverhuizingen komen al heel lang in de wereldgeschiedenis voor. Geven wij mensen met een andere achtergrond een warmer welkom dan de mensen vóór ons hebben gedaan?  Lukt het ons beter om al Gods kinderen lief te hebben, ongeacht wie ze zijn en welke veranderingen ze mogelijk teweegbrengen?

‘Want dit is de boodschap die u vanaf het begin gehoord hebt, dat wij elkaar moeten liefhebben.’1 Het is ons geboden dat we elkaar ‘liefhebben’,2 en zij die dit gebod navolgen, ontvangen deze beloofde zegening: ‘Wie Zijn geboden in acht neemt, blijft in Hem […]. En hieraan weten wij dat Hij in ons blijft, namelijk aan de Geest, Die Hij ons gegeven heeft.’ 3

Torben Engbjerg
Ouderling Torben Engbjerg Gebiedszeventiger Europa-Noord

‘’De verschillen tussen onszelf en andere kinderen van God ervaren we alleen tijdens ons aardse leven‘’


Wanneer we al Gods kinderen liefhebben, ongeacht hun achtergrond, ongeacht hun sterke of zwakke punten, ongeacht hun nationaliteit, geloofsovertuiging, huidskleur en geslacht, hebben wij de belofte dat de Geest van de Heer in ons blijft.  Met andere woorden, een gave waarmee wij meer als Christus kunnen worden en waarmee we goed kunnen doen aan de mensen om ons heen, net zoals Hij dat gedaan zou hebben.  Als we dit nastreven, helpen we niet alleen de mensen van wie we zullen gaan houden, maar zullen wijzelf ook meer geluk en voldoening kennen.  Na alles te hebben gedaan wat wij kunnen, en zoveel we kunnen hebben geprobeerd alles en iedereen lief te hebben, zal Hij komen om ons te helpen de rest te volbrengen,4 zelfs om onze vijanden lief te hebben.   

In de Schriften lezen we dat volmaakte liefde alle vrees [uitdrijft].  In diezelfde Schrifttekst staat dat we, als we anderen zoals de Heiland liefhebben, ‘vervuld [worden] met naastenliefde, ja, de eeuwigdurende liefde’, dat ‘alle kinderen [Hem gelijk zijn]’ en dat Hij ons allen ‘met een volmaakte liefde [liefheeft]’.5

De verschillen tussen onszelf en andere kinderen van God ervaren we alleen tijdens ons aardse leven.  In de eeuwigheid zullen dingen anders zijn.  ‘De mens […] is ontvangen en geboren uit hemelse Ouders’,6 we waren allemaal gelijk en hun liefde is even groot voor iedereen uit het verleden, in het heden en in de toekomst. 

Friends

In en door de verzoening van Jezus Christus kunnen wij zoals onze hemelse Vader worden.  Hij houdt van eenieder van ons en verwacht van ons dat we elkaar liefhebben.  

‘Toen Jezus Christus op aarde was, hielp Hij voortdurend mensen die buitengesloten, over het hoofd gezien of mishandeld waren.  Als zijn volgelingen moeten wij dat ook doen! Wij geloven in vrijheid, vriendelijkheid en eerlijkheid voor al Gods kinderen.

We zijn allemaal broeders en zusters van elkaar, kinderen van een liefdevolle Vader in de hemel. Zijn Zoon, Jezus Christus, moedigt ons allen aan om bij Hem te komen, ‘zwarte en blanke, geknechte en vrije, man en vrouw’ (2 Nephi 26:33). Elke zoon en dochter van God verdient respect, ongeacht huidskleur of geloofsovertuiging. Laten we liefde voor al Gods kinderen tonen.’ 7

 

‘God houdt van zijn kind’ren; Hij kent ze bij naam.

Hij geeft om hen allen, ja, waar ze ook gaan.

Hij zegent zijn kind’ren, zijn gaven zijn goed.

De natuur is een teken van al wat Hij doet.

 

God houdt van zijn kind’ren; Hij zegent altijd.

Wees elkaars vrienden, samen verblijd.

Door z’n liefde en goedheid zie ik nu in dat

ik liefde kan geven net als Hij die gaf.’ 8

  1. 1 Johannes 3:11
  2. 1 Johannes 3:23
  3. 1 Johannes 3:24
  4. 2 Nephi 25:23; 10:24
  5. Moroni 8:16–17
  6. Leringen van kerkpresidenten: Joseph F. Smith (1998), p. 335
  7. Jezus zegt: wees altijd lief, president Russell M. Nelson, de Vriend, april 2021
  8. Tekst: naar Janice Kapp Perry. Muziek: Michael F. Moody