President Nelson moedigt begrip en beleefdheid aan

President Nelson

Met vele anderen in dit land en over de hele wereld zijn wij diep geraakt door de recente voorbeelden van racisme en schaamteloze minachting voor het menselijk leven. We verafschuwen het feit dat sommigen geen respect voor anderen opbrengen en hun vanwege hun huidskleur de fundamenteelste vrijheid ontzeggen.

Het doet ons ook verdriet dat deze aanslagen op de menselijke waardigheid leiden tot toenemend geweld en onrust.

Ons aller Schepper roept ieder van ons op om onze vooroordelen tegen eender welke groep van Gods kinderen aan de kant te zetten. Wie van ons een vooroordeel tegen mensen van een ander ras heeft, moet zich daarvan bekeren!

Tijdens zijn aardse bediening heeft de Heiland voortdurend mensen geholpen die uitgesloten, verworpen, veroordeeld, verwaarloosd, mishandeld en geminacht werden. Mogen wij, zijn volgelingen, daarvoor onderdoen? Het antwoord is nee! Wij geloven in vrijheid, vriendelijkheid en een rechtvaardige behandeling voor al Gods kinderen.

Over het volgende mag geen twijfel bestaan. Wij zijn broeders en zusters, en ieder van ons is het kind van een liefhebbende Vader in de hemel. Zijn Zoon, de Heer Jezus Christus, nodigt allen uit om tot Hem te komen: ‘zwarte en blanke, geknechte en vrije, man en vrouw’ (2 Nephi 26:33). Het betaamt ieder van ons om binnen onze invloedssfeer al het mogelijke te doen om de waardigheid en het respect te vrijwaren die elke zoon en dochter van God verdient.

Een land is niet beter dan zijn inwoners. Daarom dienen burgers een moreel kompas te ontwikkelen aan de hand waarvan ze goed en kwaad kunnen onderscheiden.

Illegale daden als plundering, vandalisme of het vernielen van openbaar of privébezit zijn onaanvaardbaar. Onrecht is nog nooit door meer onrecht rechtgezet. Kwaad kan nooit door meer kwaad worden tenietgedaan.

We moeten ons geloof in het Vaderschap van God en het broederschap van de mensheid koesteren.

We moeten een fundamenteel respect voor de menselijke waardigheid van iedere ziel koesteren, ongeacht zijn of haar huidskleur, geloof of ideaal.

En we moeten onvermoeibaar bruggen van begrip in plaats van muren van scheiding bouwen.

Ik smeek ieder van u om samen te werken aan vrede, wederzijds respect, en een stortvloed van liefde voor al Gods kinderen.

President Russell M. Nelson