
Bij acht hooggeplaatste leiders van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is dinsdagochtend in Salt Lake City de eerste dosis van een COVID-19-vaccin gezet. Deze leiders komen in Utah wegens hun leeftijd boven de 70 in aanmerking voor het vaccin. Mensen die in de gezondheidszorg werken, medewerkers van hulpdiensten en andere mensen met hoge prioriteit in de staat kregen de afgelopen weken al de kans om gevaccineerd te worden.
Alle drie de leden van het Eerste Presidium en vijf leden van het Quorum der Twaalf Apostelen, en de meeste echtgenotes, kregen het vaccin: president Russell M. Nelson en zijn vrouw, Wendy; president Dallin H. Oaks en zijn vrouw, Kristen; president Henry B. Eyring; president M. Russell Ballard; ouderling Jeffrey R. Holland en zijn vrouw, Patricia; ouderling Dieter F. Uchtdorf en zijn vrouw, Harriet; ouderling Quentin L. Cook en zijn vrouw, Mary; en ouderling D. Todd Christofferson en zijn vrouw, Kathy.

Verklaring van het Eerste Presidium over vaccinaties
Het Eerste Presidium heeft dinsdag de volgende verklaring uitgegeven over het belang van vaccinaties en inentingen tegen ziekten die voorkomen kunnen worden:
De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen staat al generaties lang in woord en daad achter vaccinaties. Het maakt een belangrijk deel uit van onze humanitaire hulp, daarom heeft de kerk over de hele wereld al heel veel levensreddende vaccins bekostigd, gedistribueerd en toegediend. Vaccinaties hebben ertoe bijgedragen dat verschrikkelijke overdraagbare ziekten zoals polio, difterie, tetanus, pokken en mazelen ingeperkt of uitgebannen zijn. Vaccins die door competente professionals in de gezondheidszorg worden toegediend, beschermen de gezondheid en redden levens.
Toen deze pandemie zich over de wereld verbreidde, annuleerden kerkleiders onmiddellijk bijeenkomsten, sloten tempels, en beperkten andere activiteiten vanwege hun verlangen om als goede wereldburgers hun bijdrage te leveren aan de bestrijding van de pandemie.
De COVID-19-vaccins waar velen aan hebben gewerkt en voor hebben gebeden en gevast worden nu ontwikkeld, en sommige worden al beschikbaar gesteld. Volgens richtlijnen van functionarissen verantwoordelijk voor de volksgezondheid zijn de vaccins eerst aangeboden aan werknemers in de gezondheidszorg, medewerkers van hulpdiensten en andere mensen met een hoge prioriteit. Vanwege hun leeftijd zijn hooggeplaatste kerkleiders boven de 70 nu blij met de gelegenheid om zich te laten inenten.
De kerk spoort haar leden, werknemers en zendelingen aan om als goede wereldburgers een bijdrage te leveren aan het onderdrukken van de pandemie door zich te laten inenten en zichzelf en anderen zo te beschermen. Iedere persoon moet zelf beslissen om zich te laten vaccineren of niet. Wij bevelen aan om zo mogelijk bij het besluitvormingsproces een bevoegd medicus te raadplegen omtrent hun persoonlijke omstandigheden en behoeften.

De kerk staat al heel lang achter inentingen
De Kerk van Jezus Christus heeft al tientallen jaren geleden het belang van vaccinaties en inentingen ingezien. In 1978 heeft het Eerste Presidium verklaard: ‘Wij sporen leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen aan om hun kinderen met inentingen te beschermen.’
Sinds 2002 heeft de kerk middels haar organisatie voor humanitaire hulp, Latter-day Saint Charities, geholpen met de financiering van 168 projecten in 46 landen, om maar liefst 116.819.870 mensen te helpen. Latter-day Saints Charities verschaft financiële hulp aan vooraanstaande wereldwijde inentingspartners die vaccins inkopen, afleveren, ziekten in kaart brengen, op uitbraken reageren, medisch personeel trainen en bestrijdingsprogramma’s uitvoeren. Het resultaat is dat er meer kinderen ingeënt zijn, en ziekten zoals mazelen, rodehond, verschillende vormen van tetanus, polio, diarree, longontsteking en gele koorts minder slachtoffers maken.
Recente succesverhalen omvatten onder meer de uitbanning van enkele ziekten in Afrika. In 2019 werkte Latter-day Saint Charities samen met partners zoals UNICEF USA en Kiwanis International om in Tsjaad en de Democratische Republiek Congo beide vormen van tetanus uit te bannen. In het laatste kwartaal van het afgelopen jaar is in Afrika dankzij UNICEF en partners zoals Latter-day Saint Charities de wilde variant van het poliovirus uitgebannen. In 2019 reageerde UNICEF op een mazelenepidemie in Tsjaad door in één week met enkele partners 653.535 kinderen van een half tot en met 9 jaar in te enten.
‘Ik ben blij dat het onze beurt is om het vaccin te krijgen’, aldus president Oaks vanmorgen. ‘We hopen echt dat het op grote schaal toedienen van het vaccin aan de bevolking ons zal helpen om deze verschrikkelijke pandemie de baas te worden. Er is hoop, er is licht aan het eind van de tunnel. Er is opluchting, en waardering voor hen die het vaccin hebben ontwikkeld, en voor hen die ervoor hebben gezorgd dat het met een verstandige prioriteitsvolgorde aan het publiek beschikbaar is gesteld.’
