
De Heiland gaf zijn discipelen de opdracht: ‘Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.’1
In de Schriften lezen we vaak dat wij het licht van de wereld zijn.
Veel mensen in onze omgeving merken ons inderdaad op. Als lid van de Kerk van Jezus Christus vallen wij op in veel van onze alledaagse bezigheden.
Mensen om ons heen op school of de universiteit, op het werk of op onze andere vaste plekken zien dat we geen alcohol drinken en dat we niet roken.
Veel meer mensen zullen het licht van Christus in ons gelaat zien.
Bovenal zien mensen hoe we met anderen omgaan. Ze zien hoe we andere mensen aanspreken, maar ze zullen vooral zien hoe we elkaar dienen, hoe we elkaar helpen.
President Russell M. Nelson heeft gezegd:
‘Geliefde broeders en zusters, hoe we met elkaar omgaan doet er echt toe! Hoe we thuis, in de kerk, op ons werk en online met en over elkaar praten, doet er echt toe.’2
Bij onze doop nemen we de naam van Christus op ons.
De profeet Alma heeft gezegd:
‘En nu, daar u verlangend bent tot de kudde van God toe te treden en zijn volk te worden genoemd en gewillig bent elkaars lasten te dragen, opdat zij licht zullen zijn; […]
en om te allen tijde en in alle dingen en op alle plaatsen waar u zich ook mag bevinden, als getuige van God op te treden, zelfs tot de dood, opdat u door God zult worden verlost en onder de deelgenoten van de eerste opstanding zult worden gerekend, zodat u het eeuwige leven zult hebben – […]
als getuigenis voor Hem dat u een verbond met Hem hebt aangegaan dat u Hem zult dienen en zijn geboden onderhouden, zodat Hij zijn Geest overvloediger over u zal kunnen uitstorten.’3
Na onze doop ontvangen we de gave van de Heilige Geest, die altijd bij ons zal zijn als we getrouw blijven.
Dit gezelschap van de Heilige Geest helpt ons ook goed van kwaad te onderscheiden en goed te doen, ‘dankzij de Geest van de almachtige Heer, die een grote verandering in ons, ofwel in ons hart, heeft teweeggebracht, waardoor wij niet meer geneigd zijn om kwaad te doen, maar wél om voortdurend goed te doen.’4
We moeten elke dag van ons leven deze kansen aangrijpen om voortdurend goed te doen en de leiding van de Geest te volgen. We zullen hier vaak de kans toe krijgen.
Het evangelie van Jezus Christus is zeer eenvoudig en praktisch. We doen soms hard ons best om de beginselen van het evangelie uit te leggen, maar het beste wat we kunnen doen, is onze vrienden naar de avondmaalsdienst uitnodigen.
Tijdens de avondmaalsdienst zal de Heilige Geest van de waarheid van alle dingen getuigen.
Grijp deze kansen aan om goed te doen, om in de kerk en buiten de kerk te dienen, in welke omgeving we ons ook bevinden.
Laten we onze vrienden uitnodigen om te komen en te zien, om de vreugde van de invloed van de Heilige Geest te voelen.
Ik getuig dat we betere discipelen van Jezus Christus worden als we dit elke week doen. We zullen dan dagelijks meer als Hij worden en ons dichter bij Hem voelen.
- Mattheüs 5:16; zie ook 3 Nephi 12:16.
- President Russell M. Nelson, ‘Vredestichters gezocht’, algemene aprilconferentie 2023.
- Mosiah 18:8–10.
- Mosiah 5:2.