Toen de Heiland na zijn opstanding de Nephieten diende, betrok Hij de kinderen bij de bijzondere aanbidding die daar plaatsvond. Er staat geschreven: ‘Hij nam hun kleine kinderen een voor een en zegende hen en bad tot de Vader voor hen.’ Hij zei tegen de menigte: ‘Zie uw kleinen.’ Zij keken met ontzag naar de engelen die neerdaalden ‘als het ware te midden van vuur; en zij kwamen neer en omringden die kleinen, […] en de engelen dienden hen’ (3 Nephi 17:21, 23, 24).
Onze kinderen waren daar niet bij aanwezig. Zij waren er ook niet bij toen de Heiland tijdens zijn aardse bediening zei: ‘Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor zulke mensen is het Koninkrijk van God’ (Markus 10:14). Toch zijn onze kinderen Hem ook dierbaar en zij kunnen geraakt worden door de Heilige Geest. Hij kan onze kinderen onder andere raken tijdens de avondmaalsdienst, de heilige eredienst die voor alle kerkleden in zijn naam wordt gehouden.
Kinderen kunnen aanbidden en de Geest voelen
Zelfs hele kleine kinderen kunnen de mooie, heilige en tedere gevoelens van de Heilige Geest ervaren, en alle kinderen hebben dat nodig en hebben daar recht op. Onze kinderen moeten deelnemen aan de avondmaalsdienst om de Geest te kunnen voelen en rustig genoeg zijn om de influisteringen van de stille, zachte stem op te merken. Het is niet altijd makkelijk, maar we kunnen onze kinderen leren om stil te zijn en te weten ‘dat Ik God ben’ (zie Psalmen 46:11). Naast kinderen het goede voorbeeld van eerbied te geven, hebben ouders, familieleden, leerkrachten en leiders wellicht wat aan de volgende gedachten over kinderen eerbiedig leren aanbidden.
Eerbiedig leren aanbidden begint thuis. Hoe eerder jonge kinderen dit leren, hoe makkelijker het is. We moeten onze kinderen leren hoe belangrijk het is om de Geest te voelen, hoe ze dat bijzondere, heilige gevoel kunnen krijgen en het kunnen herkennen. We kunnen ook proberen om thuis stille momenten te creëren die bevorderlijk zijn voor de Geest. In veel gezinnen wordt er naast de thuisavond dagelijks in de Schriften gelezen en worden er lofzangen gezongen.
Ouders kunnen thuis de tijd nemen om kleintjes uit te leggen waarom we de avondmaalsdienst bijwonen. Tijdens het gezinsgebed kunnen we de Heer vragen om onze kinderen te helpen begrijpen wat we ze proberen bij te brengen.
We kunnen onze kinderen vóór de kerk herinneren aan wat ze te wachten staat en hoe we allemaal gaan deelnemen: ‘We lopen zachtjes de kapel binnen. We zitten als gezin bij elkaar en luisteren naar de muziek. Als we naar de muziek luisteren, bereiden we ons voor op de avondmaalsdienst en voelen we de Geest. Dat geeft ons een blij en rustig gevoel.’
We kunnen kinderen ook leren om een paar minuten rustig naar een speciaal muzikaal nummer te luisteren. Muziek brengt de Geest en kinderen kunnen die Geest voelen, ook als ze de woorden niet begrijpen.
Kinderen helpen deel te nemen
Kinderen van alle leeftijden kunnen op verschillende manieren de lofzangen meezingen. Kleine kinderen letten graag op zinnen die worden herhaald. Veel van onze lofzangen hebben dergelijke zinnen of refreinen en we kunnen kleintjes helpen om op de woorden te letten. Als we de woorden eerst bij het kind influisteren, kan hij of zij de woorden horen wanneer ze worden gezongen. Aan het begin van het refrein kunnen we het kind influisteren: ‘Luister goed; we zingen zo meteen “is er zonlicht in mijn hart”’. Let dan op de glimlach die op het gezicht van het kind verschijnt wanneer die woorden worden gezongen.
Als kinderen ouder worden, kunnen ze deze zinnen leren meezingen. Kinderen zingen graag ‘O, het is wonderbaar’ en ‘Ere zij God’. Kinderen kunnen langzaamaan langere stukken meezingen, dan het hele refrein en uiteindelijk de hele lofzang. Het helpt om thuis te oefenen.
Kinderen die een beetje kunnen lezen, kunnen de lofzangen stukje bij beetje leren lezen, wat ze veel voldoening geeft. Zo leren ze zichzelf een patroon aan waardoor de kans groter is dat ze als tieners de lofzangen zullen blijven meezingen.
Kinderen kunnen al op jonge leeftijd leren bidden. Thuis vouwen kleine kinderen op aanwijzing van hun ouders hun armen en buigen hun hoofd met de rest van het gezin. Dat gebeurt ook tijdens het openingsgebed, slotgebed en de avondmaalsgebeden in de avondmaalsdienst. We kunnen de prachtige avondmaalsgebeden thuis met onze kinderen lezen en op hun niveau uitleggen wat de woorden betekenen. Oudere kinderen kunnen de gebeden uit het hoofd leren. Voor de lofzangen geldt dat ze de woorden zullen ‘horen’ als ze die kennen. We kunnen ook de betekenis van het avondmaal uitleggen op een manier die onze kinderen begrijpen.
Kinderen helpen eerbiedig te zijn
Er zijn veel manieren om onze kinderen de toespraken in de avondmaalsdienst te leren waarderen. President Spencer W. Kimball heeft de volgende raad gegeven: ‘Zo nu en dan fluisterend de boodschap van de spreker uitleggen, kan het kind helpen om te begrijpen wat er gebeurt. Een vader kan bijvoorbeeld influisteren: “De papa van Gordy spreekt nu. Hij heeft het over de pioniers.”’1
Ouders kunnen ook de toespraak af en toe kort samenvatten en de aandacht van de kinderen vestigen op verhalen uit de Schriften die ze kennen: ‘Je kent dit verhaal! Het gaat over Abinadi en koning Noach.’
Dit moet uiteraard zachtjes worden ingefluisterd om anderen niet af te leiden.
Sommige ouders vinden het genoeg dat hun kinderen eerbiedig zijn tot na het avondmaal. Maar de hele dienst staat in het teken van aanbidding en onze kinderen worden daarvoor uitgenodigd. We nemen van het avondmaal om aan de verzoening van de Heiland te denken en onze verbonden met Hem te hernieuwen. De toespraken zijn een verlengde van die gedachte en dat voornemen.
Onze kinderen dienen respect voor de sprekers te hebben en te tonen. We kunnen liefdevol tegen onze kinderen zeggen: ‘Ik weet dat je niet alles begrijpt, maar de sprekers vertellen ons wat de Heer ons volgens hen wil leren. Ik zal je een beetje uitleggen en we zullen er thuis meer over praten.’
Wanneer we in de kerk naast onderzoekers zitten, dan hopen we dat ze de Geest voelen en zich bekeren. In zekere zin zijn onze kinderen ook onze onderzoekers. Hebben wij niet dezelfde hoop voor hen?
Kinderen helpen de Geest te voelen
Veel mensen wonen de avondmaalsdienst bij omdat ze dichter tot de Heer willen komen en inspiratie van de Geest willen ontvangen. Oneerbiedig gedrag kan anderen afleiden van hun verlangen om te aanbidden. Ouderling Alexander B. Morrison, lid van de Zeventig van 1989 tot 2000, heeft over avondmaalsdiensten in Afrika gezegd: ‘Iedereen, zowel kinderen als volwassenen, letten goed en verrukt op de spreker. Geen gedraai op de banken, geen heen en weer geloop voor water, geen bezoekjes aan het toilet. In zulke gevallen waren de avondmaalsdiensten zeer geestelijk.’2
We kunnen onze kinderen niet dwingen om te aanbidden, maar we kunnen ze wel leren zich te gedragen op een manier die de Geest uitnodigt. Elk kind is natuurlijk uniek en wat bij de een werkt, werkt niet bij de ander. Maar ouders die gebedsvol besluiten dat ze hun kinderen willen helpen aanbidden en de Geest willen laten voelen, zullen tot hun vreugde tot de ontdekking komen dat ze hiervoor recht hebben op openbaring en inspiratie.
Niet alleen de gezinsleden, maar ook anderen kunnen kinderen aanmoedigen om eerbied en respect te tonen. Sprekers kunnen eenvoudige taal en bekende verhalen uit de Schriften gebruiken. Dirigenten en organisten kunnen muziek uitzoeken die de kinderen herkennen en leuk vinden. Priesterschapsleiders kunnen erop toezien dat de diensten de aanwezigheid van de Heilige Geest uitnodigen.
Een geweldige gelegenheid
Erediensten bieden kinderen geweldige gelegenheden om meer te leren over zelfbeheersing en respect voor de rechten en behoeften van anderen. Deze heilige bijeenkomsten bieden ons allemaal de gelegenheid om samen te werken en kinderen de bediening van de Heilige Geest te leren voelen en daarnaar te verlangen. Naarmate ze ouder worden, krijgen ze een diepe, blijvende liefde voor de Heiland. Die liefde zal ze kracht geven op het enge en smalle pad terug in zijn armen.
Eerbied

‘We moeten onze avondmaalsdiensten kracht bijzetten en ervoor zorgen dat ze daadwerkelijk momenten van aanbidding zijn. Schep een geest van eerbied, een houding waardoor mensen de kapel binnenlopen, en stil en eerbiedig zijn en reflecteren. […] De avondmaalsdienst hoort een moment van geestelijke verfrissing voor onze leden te zijn wanneer ze op zondag bijeenkomen om van het avondmaal te nemen en hun verbonden met de Heer te hernieuwen.’
President Gordon B. Hinckley, regionale conferentie te Pittsburgh (Pennsylvania, VS), 27 april 1996; aangehaald in de Ensign, augustus 1997, 6; juli 1997, 73.