Met kinderen van de avondmaalsdienst genieten

Als kleine jongen was ik ervan overtuigd dat mijn vader de langste armen ter wereld had. Telkens als mijn broers en ik fluisterden, zeurden, knipoogden of tijdens de misviering ook maar iets deden wat papa oneerbiedig vond, kreeg hij ons weer in het gelid met een tik op ons achterhoofd. Het maakte niet uit hoeveel gezinsleden tussen ons in zaten, hij wist ons altijd te raken.

Er was geen ontkomen aan papa’s lange armen, en dus zaten we met tegenzin als engeltjes in de kerk, maar onze stilte wilde niet zeggen dat we graag naar de kerk gingen.

Jaren later woonde ik mijn eerste avondmaalsdienst bij de heiligen der laatste dagen bij, en het onhandelbare gedrag van sommige kinderen choqueerde mij. Als mijn vader dat had gezien, had hij vast zijn arm versleten om die kinderen eerbied bij te brengen.

Ongeveer tien jaar na die eerste avondmaalsdienst zat ik weer in een kapel van de heiligen der laatste dagen, maar deze keer was ik lid van de kerk en moest ik zelf een stel peuters in bedwang zien te houden.

‘We moeten een positieve manier vinden om onze kinderen eerbied bij te brengen’, zei ik tegen mijn vrouw. ‘Ik wil niet dat ze net zo’n hekel aan de kerk krijgen als ik vroeger had.’

Sindsdien hebben mijn vrouw en ik manieren gevonden om onze vier kinderen, die allemaal jonger dan 8 jaar zijn, eerbiedig te laten zijn in de kerk. Ze zijn niet altijd een toonbeeld van eerbied, maar meestal zijn ze eerbiedig genoeg, en wat nog belangrijker is, ze leren van de avondmaalsdienst te genieten.

Hier zijn een paar dingen die we met vallen en opstaan hebben geleerd om meer eerbied in de avondmaalsdienst te tonen. Wij hebben er veel aan, maar andere gezinnen hebben misschien even doeltreffende manieren om eerbied te bevorderen.

Wees zelf eerbiedig

Het is belangrijk dat ouders het goede voorbeeld geven, zodat hun kinderen begrijpen dat eerbied in de avondmaalsdienst belangrijk is. We kunnen niet van onze kinderen verwachten dat ze zich in de kerk goed gedragen als wij dat zelf niet doen.

Toen ik lid van de bisschap was, zag ik vaak wat voor voorbeeld ouders in de avondmaalsdienst gaven. Veel ouders waren eerbiedig, en hun kinderen volgden hun voorbeeld na. Maar soms zag ik een paar ouders achterin de kapel met een baby in hun armen staan bijpraten met een vriend of vriendin. Andere ouders zaten te lezen, schrijven, of deden zelfs een dutje. Hun kinderen waren meestal even oneerbiedig.

Als ouders zijn we het aan onszelf en aan onze kinderen verplicht om actief aan de avondmaalsdienst deel te nemen, en niet zomaar achteloos toe te kijken. We moeten aandachtig naar de sprekers luisteren. Eenmaal terug thuis moeten we de toespraken bespreken en vertellen wat we eruit hebben geleerd.

Onderwijs je kinderen

Nadat we ons eigen gedrag in de avondmaalsdienst hadden verbeterd, leerden we onze kinderen wat we in de kerk precies van hen verwachtten.

De eerste keren moesten we de kapel verlaten als ze zich misdroegen, zodat de andere aanwezigen van de dienst konden genieten. Deze methode was geen onverdeeld succes. Onze luidruchtige kinderen verstoorden de geest van de dienst niet meer, maar mijn vrouw en ik misten veel. Bovendien merkten onze kinderen al gauw dat ze in de gang meer vrijheid en plezier konden hebben dan in de avondmaalsdienst.

Mijn vrouw en ik beseften waarom deze methode niet werkte, dus we gooiden het over een andere boeg en vochten de strijd om de avondmaalsdienst thuis uit in plaats van in de kerk. Tijdens de gezinsavond en op bepaalde momenten tijdens de week lieten we onze kinderen oefenen met stilzitten. We gingen in onze lessen meer aandacht besteden aan het doel van de avondmaalsdienst, en legden onze kinderen uit waarom we van het brood en het water nemen. We vertelden over het zoenoffer van Christus en legden uit dat ze tijdens de avondmaalsdienst aan Jezus moesten denken.

Na een week merkten we al een verschil, en na drie of vier weken waren onze oudste kinderen al het grootste deel van de tijd stil.

Grijp in als ze oneerbiedig zijn

Uiteraard vervielen onze kinderen soms in oneerbiedigheid, maar als dat gebeurde, wisten we dat we meer moesten doen dan ze meenemen naar het feestje in de gang. Mijn vader had ons duidelijk gemaakt dat hij ons in de kerk wilde hebben, en niet zomaar in de buurt ervan. Met de methode van mijn vader in het achterhoofd en nadat we een toespraak over discipline hadden gehoord, beseften mijn vrouw en ik dat we door de kinderen uit de kapel te halen wel het acute probleem oplosten, maar ze niet aanmoedigden om in de toekomst eerbiediger te zijn. We besloten onze kinderen te leren dat het leven in de avondmaalsdienst veel aangenamer was dan het leven aan de zijlijn van de avondmaalsdienst.

De volgende zondag kreeg mijn 2-jarig zoontje een vreselijke driftbui. Ik droeg hem onmiddellijk de kapel uit, maar dit keer bleef ik niet in de hal staan. Ik vond een leeg klaslokaal verderop in de gang, ging op een klapstoel zitten en hield hem stevig op schoot.

Hij was binnen de minuut gekalmeerd en wilde zich uit mijn armen wurmen. In eerste instantie wilde ik hem loslaten, maar in plaats daarvan besloot ik hem op schoot te houden. Hij klaagde, en ik legde uit dat hij bij mij op schoot zou blijven, en dat ik hem zo stevig mogelijk zou vasthouden, tot hij besloot dat het tijd was om eerbiedig naar de avondmaalsdienst terug te keren.

Voor mijn wriemelgrage 2-jarige bestond er geen ergere straf. Na 10 minuten smeken, kronkelen en huilen besefte hij dat het me menens was. Hij vroeg of hij weer naar de avondmaalsdienst mocht.

‘Ga je eerbiedig zijn?’ vroeg ik.

Hij knikte.

‘En wat gebeurt er als je niet eerbiedig bent?’ Hij wees naar de stoel.

We keerden terug naar de kapel, en hij bleef redelijk stil. Op andere zondagen moesten we de avondmaalsdienst nog weleens met hem of een van onze dochters verlaten, maar het duurde niet lang voordat ze erachter kwamen dat vrijheid in de avondmaalsdienst beter was dan op papa’s schoot geklemd te zitten in een leeg klaslokaal verderop in de gang.

Uiteraard is het beter en makkelijker om oneerbiedigheid te voorkomen dan er in de kerk mee om te gaan. Omdat we wisten dat onze kinderen niet alle toespraken in de avondmaalsdienst zouden kunnen aanhoren of begrijpen, zorgden we dat ze stille activiteiten konden doen wanneer ze zich begonnen te vervelen.

Al onze kinderen, zelfs de jongsten, vinden het leuk om de geïllustreerde verhalen uit de Schriften voor kinderen te lezen en te bekijken. We nemen ook wat kleurpotloden en vellen papier mee, zodat de kleinsten kunnen tekenen als ze niet langer kunnen stilzitten. Onze oudere kinderen mogen ook tekenen, maar we moedigen ze aan om iets te tekenen dat verband houdt met de toespraken.

We ontdekten ook dat spelletjes, eten, snacks en speelgoed doorgaans meer chaos en rommel veroorzaken dan ze voorkomen.

Onthoud dat kinderen nog steeds kinderen zijn

We verwachten niet dat onze kinderen zich in de kerk voorbeeldig gedragen, want op hun leeftijd kan dat gewoon niet altijd. Maar mijn vrouw en ik hebben als doel om van de avondmaalsdienst te genieten. Als een van onze kinderen zich misdraagt, pakken we dat zo snel en kalm mogelijk aan.

Het helpt ook als we ons gevoel voor humor bewaren. Als een van onze kinderen met een salto van de bank springt, of ongemerkt naar het spreekgestoelte waggelt, proberen we kalm te blijven, hun gedrag in de kiem te smoren, ze desnoods mee naar buiten te nemen, en onszelf voor te houden dat we er later – misschien – om zullen lachen.

Als je alleen bent en meerdere kinderen hebt, kun je nog steeds eerbied betrachten, zij het met een beetje hulp. Toen ik lid van de bisschap werd, moest mijn vrouw onze kinderen in haar eentje in toom houden. Na een paar zondagen was ze over haar toeren en uitgeput. Daarom vroegen we een gepensioneerd echtpaar in onze wijk of ze elke zondag bij ons gezin wilden zitten zodat ze er niet meer alleen voor stond. Ze stemden daar graag mee in, en nu vinden onze kinderen het heerlijk om bij hun ‘grootouders’ te zitten.

In ons gezin proberen we ervoor te zorgen dat de kerk een positieve ervaring voor ons en onze kinderen is. Met wat oefening en organisatie, en met veel geduld, leren we onze kinderen de avondmaalsdienst te waarderen en zich eerbiedig te gedragen.