Van rebel tot heilige

Pauli de Graaf Wijk Rotterdam 1
Pauli de Graaf Wijk Rotterdam

Ik, Pauli, ben geboren uit goede ouders. Dankzij hen heb ik een fijne jeugd gehad. Zij waren zeer liefdevol voor mij en mijn twee zussen en broers. Zij hingen geen godsdienst aan. Mijn vader had dusdanig slechte ervaringen met het roomskatholieke geloof, dat hij nooit meer iets van God of godsdienst wilde weten. Mijn moeder kwam uit een socialistisch gezin, maar was als meisje een paar keer met een vriendinnetje mee geweest naar het Leger des Heils en daar was het een en ander van blijven hangen. Zo baden wij altijd voor het eten: “Here, zegen deze spijze. Amen.” En soms bad ze 's avonds met mijn zus en mij. Heel oprecht en naïef: ‘Lieve Heertje,…’ Ze had een kinderbijbel gekocht en daar las ze ons wel eens uit voor. Maar er werd verder nooit over God of godsdienst gesproken.

Ik ging naar een christelijke school, waar de psalmen en gezangen veel indruk op me maakten. Ik vond ze zo mooi, dat ik spaarde om een zangboekje te kunnen kopen toen ik een jaar of acht was. Na onze verhuizing naar een andere buurt ging ik ook naar een openbare school. Ik was toen bijna tien jaar en ik werd behoorlijk rebels. Vaak was ik de aanvoerder van allerlei kattenkwaad, maar echt gemene of slechte dingen deed ik niet. Wel maakte ik het zo bont op de middelbare school, dat ik (tijdelijk) van school werd gestuurd en niet mee mocht op het driedaagse schoolreisje. 

Toen ik een jaar of zestien was waren mijn vrienden en ik zeer geïnteresseerd in drugs.

We hadden erover gelezen, maar in 1964-65 moest je goed zoeken om het te vinden. Ik dacht niet vaak aan God of godsdienst maar eens, toen ik bij een jongerencentrum naar buiten was gegaan om wat hasj te kopen, kwam er een man naar me toe en hij gaf me een flyer die over God ging. Het maakte indruk op me en toen ik thuis kwam heb ik gebeden en gevraagd of, als Hij bestond, mij dat wilde laten weten. Daar bleef het voorlopig bij.

Geïnspireerd door de muziek van o.a. Bob Dylan, de boeken van Jack Kerouac (On the Road) en avontuurlijke vrienden besloot ik dat ik wilde reizen. Ik was zeventien en trok met mijn vriendin Inge liftend door Europa en op mijn negentiende reisde ik met een vriend richting India via de hippietrail. Turkije vond ik erg interessant want van andere dan de christelijke godsdiensten hoorde je niet veel in Nederland. De Islam, daar wilde ik wel meer over weten! Ik ben in totaal ongeveer negen weken in Turkije geweest en na mijn aanvankelijke enthousiasme en interesse in deze religie was daar niet veel van over. Via Iran en Pakistan (de vriend met wie ik vertrokken was en ik waren inmiddels uit elkaar gegaan) kwam ik in India, waar het Hindoeïsme de belangrijkste godsdienst was. Wow! Wat leuk en sprookjesachtig met al die vrolijk gekleurde tempeltjes en (af)goden met een olifantenkop of in de gedaante van een aap. Ook over deze godsdienst wilde ik meer weten: zou dit de waarheid zijn waarnaar ik inmiddels verlangde? Nee dus.

De hippies die ik overal tegenkwam deelden ook allerlei interessants met me: we spraken over astrologie, het Tibetaanse Dodenboek, reïncarnatie. Ik vond het allemaal te gek, maar de waarheid vond ik er niet in. Na vier en een halve maand in Nepal (ik was toen een jaar onderweg) werd ik gerepatrieerd. Ik had geen geldig visum en na een kort verblijf in de vrouwengevangenis van Kathmandu werd ik via de ambassade in New Delhi op het vliegtuig naar Nederland gezet. 

Ik zal verdere details besparen. Ik ging na een tijdje samenwonen met degene die de liefde van mijn leven werd. We kregen een zoontje maar ik was met alle slechte middelen gestopt zodra ik wist dat ik zwanger was. Mijn man raakte echter verslaafd aan heroïne, wat voor hem een vreselijke, levenslange tragedie werd. En natuurlijk hadden mijn zoontje en ik ook veel ellende door zijn verslaving.

Inmiddels had ik aan wat andere godsdiensten gesnuffeld, maar nee, de waarheid hadden ze niet. Ik had een schoonzus, Kitty de Graaf-Hallensleben die, zoals ik gehoord had, zich bij een kerk had aangesloten. Zij bezocht ons regelmatig en hielp ons op allerlei gebied. Ze was een engel, door de hemel gezonden. Eens gaf ze me het Boek van Mormon en ik keek het in. Saai boek, vond ik en het verdween in de kast. Later, toen ze weer eens bij ons was vertelde ze over haar godsdienst en er gebeurde iets bijzonders. Mijn man was zwaar onder de invloed van de heroïne maar we baden met elkaar en de invloed van de drugs was helemaal weg: ik was gegrepen door haar verhaal. Ik had de Heilige Geest gevoeld, alleen kende ik die toen nog niet. Ik wilde meer over deze bijzondere religie weten. Maandenlang onderwezen verschillende zendelingen mij en bij alles wat zij vertelden had ik een gevoel van: Ja! Dit is waar! 

Natuurlijk ging ik ook naar de kerk en vanaf de eerste keer dat ik de wijk Rotterdam-Noord binnenkwam, voelde ik me er thuis. Ik zou nog zoveel willen vertellen over lieve, leuke leden die zo goed voor ons waren, maar het verhaal is al zo lang geworden. Wat ik wel wil vermelden is hoezeer ik onder de indruk was van de lofzangen. Prachtig! Heerlijk. Nog steeds geniet ik ervan en zing en speel ik ze iedere dag.

Na het lezen Boek van Mormon en gevoeld te hebben dat het echt waar was, werd ik gedoopt. O vreugde! Ik had eindelijk gevonden waarnaar ik zo lang verlangd had: de waarheid! Inmiddels ben ik 45 jaar lid en nog steeds ben ik zo rijk en gelukkig dankzij de waarheid en schoonheid van dit meest kostbare dat op aarde te vinden is. Het heeft mij een zeer gelukkig mens gemaakt en mij geholpen veel vooruitgang te maken. Nu ik een oudere jongere ben, vind ik veel vreugde in familiegeschiedenis en het werken in de tempel voor mijn familieleden die me zijn voorgegaan. Ik zou nog zoveel kunnen vertellen, maar laat ik het hier maar bij houden. 

Ik dank mijn ouders, Kitty, mijn lieve zusters en broeders en vooral mijn geliefde Hemelse Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest voor mijn vreugde, echte vrijheid en de hoop op nog veel grotere vreugde ofwel zaligheid!