Het ontroert mij steevast als ik in het Boek van Mormon lees dat de Heiland na zijn opstanding op het oostelijk halfrond de inwoners van Amerika heeft bezocht. Hij leerde hun het belang van de verzoening in Gods plan, de zegeningen van de geboden, en het belang van verbonden en verordeningen. Hij bediende hen geestelijk, één voor één.1
De Heer was maar een paar dagen bij hen, maar de invloed van zijn bezoek was ruim twee eeuwen later nog zichtbaar. ‘En er was geen twist of woordenstrijd onder hen, en eenieder behandelde de ander rechtvaardig. En zij hadden alle dingen gemeenschappelijk onder zich; zodoende waren er geen armen en rijken, geknechten en vrijen; maar allen waren vrijgemaakt en deelgenoot van de hemelse gave. […] En er kon stellig geen gelukkiger volk zijn onder alle volken die door de hand van God waren geschapen. Er waren geen rovers of moordenaars; evenmin waren er Lamanieten of wat voor -ieten dan ook; integendeel, zij waren één, kinderen van Christus en erfgenamen van het koninkrijk van God. En wat waren zij gezegend! Want de Heer zegende hen in al hun werken.’2
‘’Helaas leven we in een wereld waar individualisme hoogtij viert, waar controverse en eigenzinnigheid worden gezien als expressies van een vrije geest‘’
Wat was het dat een dergelijke verandering teweegbracht en voor zulke langdurige resultaten zorgde? Het antwoord is eenvoudig maar diepzinnig. De leringen van de Heer en zijn evangelie drongen in hun hart door, ze zetten de natuurlijke mens opzij en werden discipelen van Jezus Christus. Ze hadden de naam van de Heer in hun hart gegrift3 en ontwikkelden de geesteshouding van een volk van Zion, zoals in de tijd van Henoch.
Helaas leven we in een wereld waar individualisme hoogtij viert, waar controverse en eigenzinnigheid worden gezien als expressies van een vrije geest. Zelfs als lid van de kerk zijn we niet immuun voor deze ontwikkelingen. De pandemie heeft in het bijzonder moeilijkheden voor onze wijken en gezinnen met zich meegebracht. In sommige gevallen zijn we onszelf gaan definiëren aan de hand van onze verschillen, net zoals de mensen in het Boek van Mormon, en hebben we onze eigen -ieten gecreëerd. Door het evangelie van Jezus Christus en de geest van Zion kunnen we deze verschillen overbruggen.
‘Zion is Zion vanwege het karakter, de eigenschappen en getrouwheid van haar inwoners. Bedenk: “De Heer noemde zijn volk Zion, omdat zij één van hart en één van zin waren en in rechtvaardigheid leefden; en er waren geen armen onder hen.”4 Als we Zion bij ons thuis en in onze gemeenten, wijken en ringen willen vestigen, moeten we aan deze standaard voldoen. […] We kunnen niet wachten tot Zion komt voordat we deze dingen in gang zetten – Zion komt alleen als ze in gang zijn gezet.’5
Wat bekent dit in de praktijk voor mij? Hoe kan ik verschillen overbruggen en eenheid bevorderen?
In 1872 gaf de profeet Brigham Young de heiligen belangrijke raad die nu waarschijnlijk relevanter dan ooit is. Hij zei: ‘Stop! Wacht! Als u ’s morgens opstaat, kniel dan neer voor de Heer, nog voordat u ook maar één hap genomen hebt, en vraag Hem om vergeving van uw zonden, om bescherming voor die dag, om u te behoeden voor verleiding en alle kwaad, om uw voetstappen te leiden opdat u die dag iets zult doen dat Gods koninkrijk op aarde ten goede zal komen. Hebt u daar tijd voor?’6
Positieve verandering begint bij ieder van ons met het verlangen om actief bij te dragen, om één van hart en één van zin te zijn, om rechtschapen te leven en om bewust te zorgen voor de armen en behoeftigen. Het is van groot belang dat we de Heer hier onze bondgenoot bij maken en bouwen op geloof, hoop, en naastenliefde. ‘Zion is gevestigd en bloeit omdat God het leven en werk van haar inwoners inspireert. Zion komt niet uit de lucht vallen, maar omdat een deugdzaam verbondsvolk het eendrachtig opbouwt.’7
5. D. Todd Christofferson, ‘Kom tot Zion’, algemene oktoberconferentie 2008.
6. Zie Keith B. McMullin, ‘Kom tot Zion! Kom tot Zion!’, algemene oktoberconferentie 2002.
7. Zie Keith B. McMullin, ‘Kom tot Zion! Kom tot Zion!’, algemene oktoberconferentie 2002.