Zullen wij niet voorwaarts gaan in zo’n groot werk?

Zullen wij niet voorwaarts gaan in zo’n groot werk?

De Heer heeft ons allen uitgenodigd om tot Hem te komen en aan zijn grote werk deel te nemen, om samen in alle roepingen in de kerk te werken, en ‘allen uit [te] nodigen om tot Christus te komen’.

Onder alle leidinggevenden, leden en zendelingen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen groeit het optimisme. Verenigd assisteren wij onze hemelse Vader bij de totstandbrenging van ‘het eeuwige leven van de mens’, ofwel het heilswerk. Iedereen kan daaraan bijdragen, van het jongste lid in het jeugdwerk tot het oudste lid dat de avondmaalsdienst bijwoont. Het gebied Europa is een hele grote zegen ten deel gevallen.

In juni 2013 woonden meer mensen dan ooit te voren de avondmaalsdienst bij, ruim honderdduizend!  

Meer mensen dan ooit zijn gesticht en opgebouwd, doordat zij de heilige zinnebeelden van het avondmaal tot zich namen, hun eeuwige verbonden met onze Vader in de hemel hernieuwden en zich voornamen om zoals zijn Zoon te worden.

Laten we op deze prestatie voortbouwen ter wille van de toekomende stralende hoop in onze gezinnen, gemeenten en wijken.  Elke keer dat we anderen uitnodigen om aan het avondmaal deel te nemen, neemt onze eerbied voor en ons begrip van het avondmaal toe.  Het gebroken hart geneest en onze ziel ervaart aangename vrede.  We kunnen tijdens het avondmaal heel dicht bij de hemel zijn.

President Howard W. Hunter stelde ooit deze vraag: ‘Wat heeft de verzoening met het zendingswerk te maken?’  Zijn antwoord: ‘Iedere keer dat we de zegeningen van de verzoening ervaren, moeten we wel begaan zijn met het eeuwig welzijn van anderen […]. Een goede indicatie van iemands bekering is zijn verlangen om anderen over het evangelie te vertellen.’  (President Howard W. Hunter, juni 1994)

Hoe kunnen we de vaart er in houden?  Wat kunnen u en ik doen?  Ik dacht aan deze eenvoudige, maar belangrijke, suggesties die alle kerkleden die verlangen het evangelie uit te dragen zich ten doel kunnen stellen. 

  1. Bid dagelijks specifiek om hulp bij het uitdragen van uw getuigenis van het evangelie. Denk in uw gebeden na over de liefde die u voor de Heiland voelt.
  2. Nodig dit jaar minstens één persoon uit om de avondmaalsdienst bij te wonen.  Nodig hem of haar uit om te komen en te zien. Er is iemand die op uw uitnodiging wacht en u kent hem of haar vast al!
  3. Nodig de zendelingen uit om minstens vier keer per jaar bij u thuis les te geven.  Nodig ze deze week nog uit, zo u dat al niet gedaan hebt.  U zult aangenaam verrast zijn en u kunnen warmen aan de geest van het evangelie die deze ware boodschappers bij u thuis brengen.  Als ze niemand bij u thuis kunnen lesgeven, ga dan met ze mee om iemand les te geven. 
  4. Let erop dat niemand zich een vreemdeling voelt in de kerk.  Wees altijd een vriend.  Stel u voor aan en schudt de hand van iedereen die u niet kent of van wie u de last kunt verlichten.  Bied uw hulp aan.  Daarmee zult u iemand opbeuren en uw vriendenkring uitbreiden.  Iedereen heeft meer vrienden nodig, iedereen.

Sta nooit toe dat ontmoediging u eronder krijgt.  ‘Moed brult niet altijd. Soms is moed dat stemmetje aan het eind van de dag dat zegt: ‘Ik probeer het morgen opnieuw.’ (Mary Anne Radmacher)  Geef het nooit op.

Door op deze vier vlakken ons geloof te oefenen zal dat geloof groeien en zullen we worden gezegend.  Ouderling Jeffrey R. Holland heeft gezegd: ‘Waar geloof in de Heer Jezus Christus is altijd met offerande in verband gebracht, onze kleine gave is een symbolische echo van zijn majestueuze offer.’ (algemene oktoberconferentie 2002)

Ik geef u mijn getuigenis dat als u anderen uitnodigt om tot Christus te komen u zult zien, wat uw offer of uw onze zorgen ook mogen zijn, dat uw juk makkelijker te dragen is en uw last veel lichter wordt.  U zult weten wat u kunt zeggen. U zult op heilige grond staan, op zijn grond als zijn dienstknecht. 

Zullen wij niet voorwaarts gaan in zo’n groot werk?